Eigenlijk ervaren we alleen maar hoogstens de helft van onze ervaringen hier op aarde. Van wat er op de een of andere manier door ons gebeurt, ervaren we eigenlijk echt maar de helft. Laten we een voorbeeld nemen: Stel u voor, u zegt iemand – het is hetzelfde met goede gedachten en goede handelingen als met kwade handelingen en kwade gedachten, maar laten we dit voorbeeld nemen van een slechte handeling – u voegt iemand een kwaad woord toe waardoor hij zich gekwetst voelt. Wij voelen van het kwade woord alleen datgene wat ons zelf aangaat, We hebben in ons het gevoel waarom we dit slechte woord hebben gebruikt; dat is de indruk op onze ziel wanneer we het slechte woord gebruiken.
Maar de andere persoon tegen wie we het slechte woord zeggen heeft een heel andere indruk, hij heeft als het ware de andere helft van de indruk, hij heeft het gevoel beledigd te zijn. Deze andere helft van de indruk leeft werkelijk in hem. Wat we hier in het fysieke leven zelf hebben meegemaakt is één ding; wat de ander heeft meegemaakt is iets anders. Bedenk nu, al datgene wat buiten ons door ons toedoen ervaren is, moeten we na de dood, terwijl we ons leven in omgekeerde volgorde doorlopen, opnieuw doorleven. We doorleven de gevolgen van onze gedachten, onze daden in teruglopende volgorde. We doorleven ons leven tussen de dood en een nieuwe geboorte dus achterstevoren.
Bron: Rudolf Steiner – GA 168 – Die Verbindung zwischen Lebenden und Toten – Leipzig, 22 februari 1916 (blz. 78-79)