Het is nu al lang geleden, dat ik kinderen onderwezen heb. Maar als men vier jonge knapen van een familie vele jaren lang geschoold heeft, dan heeft men niet alleen gelegenheid deze vier kinderen gade te slaan, maar ook de kinderen van bekenden en zo meer. Men heeft altijd veel gelegenheid om wat deze of gene kinderen doen of wat met hen gedaan wordt, waar te nemen. Nu bestond er toentertijd een zeer eigenaardig medisch voorschrift, dat nu, Godzijdank, sterk aan het verminderen is: men achtte het nodig de kleine peuters, opdat ze sterk zouden worden, een glaasje rode wijn te geven, niet slechts bij een maaltijd, maar zelfs meerdere keren. Men hield dat voor iets zeer voortreffelijks. Ik kon veel kinderen gadeslaan, die zo met rode wijn grootgebracht werden en andere kinderen van wie de ouders geweigerd hadden dit te doen.
Heden zijn deze kinderen, die toen twee en een half tot vier jaar oud waren mensen die over de dertig of tegen de veertig jaar zijn. Aan de kleinen die toen voor hun versterking op rode wijn werden getrakteerd, is waar te nemen wat voor onrustige, nerveuze mensen zij geworden zijn. Ze onderscheiden zich zeer duidelijk van degenen die niet rode wijn hebben gedronken als kind. Men moet dus al bijna een kwarteeuw in aanmerking nemen om dat te kunnen observeren.
Bron: Rudolf Steiner – GA 127 – Die Mission der neuen Geistesoffenbarung – Wiesbaden, 7. Januar 1911 (bladzijde 33)
Eerder geplaatst op 19 mei 2018 (1 reactie)