Uit een brief van Steiner aan Richard Specht

Een brief van 23 december 1891 aan Richard Specht (dit was één van de zonen in het gezin in Wenen waar Steiner een jaar of zeven huisleraar en opvoeder is geweest).

Zojuist heb ik Hermann Bahrs Russische Reise uitgelezen. Het zou niet eerlijk zijn als ik zou ontkennen dat ik het eigenlijk met genoegen heb gelezen. Mijn geest heeft soms behoefte aan niet al te diepgaande kost, die toch niet direct vervliegt, maar nog iets te proeven biedt. Bij mijn andere lectuur moet ik meestal denken; daar hoef ik geen moeite voor te doen, maar het elektriseert me, het brengt leven in mijn ledematen; ik moet vaak van mijn stoel opspringen. Bij Hermann Bahr kan ik behaaglijk op de bank blijven liggen en trappel ik vermoedelijk alleen met mijn benen. Er is één nadeel: ik kan geen regel van Bahr lezen zonder te roken. Tijdens een boek van Bahr evenaren de kosten van sigaretten zelfs de kosten van het boek, als ze niet hoger zijn. Zonder een chaotische blauwgrijze rookwolk voor mij kan ik geen zin van Bahr in mijn bewustzijn opnemen. Ik begrijp Bahr ook pas sinds ik rook.

Bron: Rudolf Steiner – GA 39 – BRIEFE BAND II – 1890-1925 (bladzijde 133-134)

Vertaling: Hylcke Brandts Buys en Leonard Beuger, overgenomen uit het boek Rudolf Steiner – Brieven (bladzijde 116)

Specht, Richard

Richard Specht (1870-1932)

Eerder geplaatst op 12 december 2015  (19 reacties)