Na de dood – 3 van 7

Het is zo alsof wij dat ik, wat wij eigenlijk ons ik genoemd hadden tijdens het leven op aarde, zien verdwijnen in de verten van het heelal. En het einde van de enkele dagen waarin wij dat beleven, is zo dat wij ten aanzien van onze wegijlende herinneringen moeten zeggen: wij worden zelf verstrooid, verspreid in het heelal, zó ver weg, dat wij het ogenblik beleven, waarop wij ons door de verten van het heelal meegenomen voelen uit de omgeving, die wij om ons voelden tussen geboorte en dood.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 234 – ANTHROPOSOPHIE/Eine Zusammenfassung nach einundzwanzig Jahren – Dornach, 10 februari 1924 (bladzijde 151)

Vertaling H. van Manen, overgenomen uit Grondslagen van de antroposofie (bladzijde 157)

Eerder geplaatst op 5 april 2018  (6 reacties)

PS  Wat ik me hierbij afvraag is: Als de herinneringen wegijlen na de dood, hoe kan het dan dat de overledene zich nog wel zorgen kan maken over dierbare nabestaanden?

5 gedachtes over “Na de dood – 3 van 7

  1. Frans Wolbert

    Ons kleine ik, dat ook ego, ” onze gedragingen en belevingen”, wordt genoemd
    verdwijnt of reist naar de verre sterren.
    Daar zouden toch bewustzijnselementen aan verbonden moeten zijn. Vraagteken.
    Het “verdwijnt in astrale, dus sterrengebieden”. Komt dit als ‘informatie ‘ na ” verwerking” uit de diepte vd kosmos terug en waaruit ons nieuwe aardse lichaam, het uiterlijk, wordt gevormd?
    Kunnen we dan herinneringen hebben aan het sterrenreizen? Brengen wij dan ook nieuws, onze bevindingen, van de aarde naar de verste sterren ?
    Zijn wij dan ook sterrenreizigers na een leven op een fysieke planeet zoals de aarde is.
    De entiteiten die in de verre kosmos wonen kunnen niet naar onze planeet? Vanwege de dichtheid.
    Het is bekend dat je aan het uiterlijk ve mens kunt waarnemen, zien, op welke planeeteigenschappen hij\ zij lijkt.
    Beschreven in het boekje; ‘ astrologie en uiterlijk. Dan zou je dus een langere tijd voordat je naar de aarde afreisde op een bepaalde planeet in ons stelsel hebben verbleven . Om daar vanuit een specifieke planeeteigenschap lessen hebt geleerd.
    Dus nog voor dat je naar de aarde ging.
    Welk bewustzijn had je dan?
    Was er sprake van een ik?
    Als laatste zou ik willen vragen; waar komt het verlangen vandaan als we vanaf de aardse fysieke planeet naar de sterrenhemel kijken. ?
    Een verlangen dat is ontdaan van de aardse romantische gevoelens, maar met het werkelijke hogere, geestelijke romantische, (Steiner heeft hier over verteld), gevoel.
    Wij zijn dan toch de reizigers die het hele heelal doorkruizen als we geen fysiek lichaam hebben?

    1. topaas

      @Frans : vragen stellen is de basis van de filosofie. En dan proberen zelf een antwoord te vinden, al lukt dat niet altijd. De verdienste zit hem in de inspanning. Ik heb het boek “Ons voorland” van Steiner nog niet gelezen, maar wellicht zitten daar al veel antwoorden op je vragen in. Trouwens, ik wist niet dat ze in het hiernamaals ook zoiets als “dagen” hadden. Ik dacht dat je daar een heel andere beleving van tijd en ruimte hebt.

    2. Haike

      Over je laatste vraag is Steiner volgens mij heel duidelijk; als je je niet verdiept tijdens je aardse incarnatie in het fenomeen van de Geestelijke wereld, niet bestudeerd hoe zaken daar in elkaar zitten, ga je daar na overlijden niet ver komen..

      In het klein doet zich dat denk ik ook voor: Ga je hier laat naar bed, dan zul je weliswaar misschien goed slapen, maar de Oude Saturnus ga je dan niet halen..

    3. henri

      En ik lees ook dat hoe minder men in het voortbestaan van de onsterfelijke ziel gelooft , des te minder zal men in contact met de gestorvene vermogen te komen . En als de dode niets heeft meegenomen van geestelijke inhouden hieromtrent , zich dus niets heeft bekommerd aangaande deze zaken , dat hij dan een heel grote eenzaamheid zal gewaarworden in deze postmortale toestand , het is niet zoals een eenzaamheid op aarde te beleven , maar eerder als een sterke ” zielepijn ”

      ( uit het boekje : ” De dood , een andere vorm van leven ,Vrij geestesleven ,Zeist R Steiner , 2 voordrachten in het nederlands , uit GA 182 Der Tod als Lebenswandeling , 1 ste druk 1961 )

  2. B

    Als ik me een voorstelling probeer te maken van wat dit citaat beschrijft, zie ik mezelf als een soort vliegende Hollander die naar de film van haar eigen leven kijkt vanuit een plek waar alleen bewustzijn woont .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s