De mens heeft, wanneer hij wordt geboren, honger om te doen wat hij doet, en hij geeft niet op tot de honger gestild is. De drang naar de karmische gebeurtenissen is een gevolg van zo’n algemene spirituele honger; men wordt er heen gedreven.
Bron: Rudolf Steiner – GA 205 – Menschenwerden, Weltenseele und Weltengeist – Dornach, 2 juli 1921 (blz. 108)