De geesteswetenschap kent vier toestanden van materie: aarde, water, lucht en vuur of warmte.
Met aarde bedoelen we alles wat vast is; bevroren water of ijs is ook aarde voor de geesteswetenschap.
Water is alles wat vloeibaar is; dus gesmolten ijzer of steen is ook water.
Lucht is alles wat gasvormig is, dus ook waterdamp.
Vuur of warmte is volgens de huidige opvatting van natuurkundigen slechts een eigenschap van de stof, een extreem snelle oscillatie van de kleinste stofdeeltjes. Voor de geesteswetenschap is warmte eveneens een stof, echter alleen veel fijner dan lucht. Wanneer een voorwerp wordt verwarmd, neemt het warmtesubstantie op volgens de geesteswetenschap; als het afkoelt, komt er warmtesubstantie vrij. De warmtesubstantie kan zich naar lucht, lucht naar water, water naar aarde verdichten. Alle stoffen waren er ooit als louter warmtesubstantie. Toen de aarde in de Saturnustoestand was, bestond er alleen warmte.
Bron: Rudolf Steiner – GA 100 – DAS JOHANNES-EVANGELIUM – Bazel, 18 november 1907 (bladzijde 209-210)
Eerder geplaatst op 24 juni 2020 (4 reacties)
De grote Rudolf Steiner Citatensite 
Mooi.
De mens is ook de enige ter wereld die met het vuur kan omgaan, en soms lukt het de mens ook niet om daar goed mee om te gaan, gezien er hier en daar nog wel eens een hele serieuze bosbrand ontstaat…
Dat is een wezenlijk verschil tussen ons mensen en de dieren. Dieren kunnen geen vuur maken, of doven, ze zijn er bang voor.
Je weet toch wel dat kwaadwillige vuurwezens de aanstichters zijn van de meeste bosbranden ..Ze razen uit , het is zolas een storm ..Eerder werd hier al eens gesproken over die vuurwezens , uit bepaalde voordr van Steiner
De Vurige is geen kwaadwillig vuurwezen. het is wel zo dat Wolfgang Weirauch via Verena Staël von Holstein de vraag stelt of de elementairwezens het zomaar pikken hoe de mensen met de Aarde en met hun omgaan. En dan is het antwoord dat ze in opstand zullen komen tegen de gang van zaken, en dat er nog rampen zullen gebeuren die wij nog mee zullen maken. En ongelijk kan ik ze daar niet in geven, zelfs als dat nu mijn Aardse leven beneemt.