Karma / Erfelijkheid / Muzikaliteit

Hoe brengen we de wet van karma in overeenstemming met de erfelijkheid? Er wordt gezegd dat er veel tegenstrijdigheden zijn tussen overerving en deze wet. Velen zeggen van een moreel fatsoenlijk mens dat hij de nakomeling van zo’n gezin moet zijn, dat hij het van zijn voorvaders moet hebben geërfd. Als we vanuit occult oogpunt naar de fysieke processen kijken, weten we dat dit niet het geval is. Echter kunnen we ze in bepaald opzicht wel als overervingsprocessen kenschetsen. Laten we dit duidelijk maken met een voorbeeld.

Als we bijvoorbeeld naar de familie Bach kijken, dan zien we dat er binnen tweehonderdvijftig jaar negenentwintig muzikanten zijn geboren, waaronder de grote Bach. Een goede muzikant heeft niet alleen de innerlijke muzikale bekwaamheid nodig, maar ook een fysiek goed gevormd oor, een bepaalde vorm van het oor.

Zonder inzicht kan men niet onderscheiden waar het op aankomt; men moet er diep in zien met occulte krachten. Zelfs als de verschillen klein en onbeduidend zijn, is een bepaalde vorm van de innerlijke gehoororganen noodzakelijk om muzikant te kunnen worden, en deze vormen zijn geërfd. Ze zijn in een persoon gelijkvormig met die van zijn vader, grootvader enzovoort, zoals de vorm van de neus wordt geërfd.

Laten we aannemen dat een individualiteit op het astrale plan gereed is om te incarneren en op zoek is naar een fysiek lichaam. Honderden of duizenden jaren geleden heeft deze individualiteit zich bijzondere muzikale vaardigheden verworven. Als deze geen fysiek lichaam met de juiste oren kan vinden, kan ze geen muzikant worden. Daarom streeft ze naar zo’n familie, die haar het muzikale oor geeft. Zonder dit zou haar muzikale aanleg zich niet kunnen uitleven, omdat de grootste virtuoos niets kan uitrichten als men hem geen instrument geeft.

Bron: Rudolf Steiner – GA 99 – Die  Theosophie  des  Rosenkreuzers: Die Technik des Karma – München, 31 mei 1907 (bladzijde 76-77)

Zie ook: Karma / Erfelijkheid (1 van 2)

Karma / Erfelijkheid (2 van 2)

Johann Sebastian Bach
Johann Sebastian Bach (1685 – 1750), German musician and composer playing the organ, circa 1725. From a print in the British Museum. (Photo by Rischgitz/Getty Images)

Eerder geplaatst op 4 mei 2020

Advertentie

7 gedachtes over “Karma / Erfelijkheid / Muzikaliteit

  1. Maria-Leonie

    Vreemd, mijn moeder en vader hadden niet wat je noemt een gevoel voor enige vorm van muziek, toch is de kinderschare bedeeld met zowel muzikale en kunstzinnige talenten?

  2. topaas

    Vreemd dat de vorm van de innerlijke gehoororganen bepalend is, en bijvoorbeeld niet de inherente creativiteit. Het zou interessant zijn om de gehoororganen van grote hedendaagse componisten aan een vergelijkend onderzoek te onderwerpen om te zien of Steiner gelijk had.

    1. Haike

      Waarom is dat vreemd? Je kunt dat gewoon hier op Aarde ook zien. Je kunt de gelukkige bezitter zijn van een Porsche, maar als er geen motor in zit, rijdt hij voor geen meter.

      Een ouderwetse klok idem; al die tandwieltjes die inklaar grijpen, en daar door draaien maken het samen tot klok. Ontbreekt er maar een tandje op een tandwiel dan loopt het spul verkeerd of helemaal niet meer.

      Dingen moeten passen, waarom zou dat bij een mens anders of vreemd zijn?

      1. Topaas, uiteindelijk is het toch wel de muzikale aanleg wat bepalend is. dat blijkt volgens mij uit de volgende zinnen: ‘Een goede muzikant heeft niet alleen de innerlijke muzikale bekwaamheid nodig, maar ook een fysiek goed gevormd oor, een bepaalde vorm van het oor.’ En: ‘Honderden of duizenden jaren geleden heeft deze individualiteit zich bijzondere muzikale vaardigheden verworven.’

        Het is daarom waarschijnlijk ook wel mogelijk dat iemand een grote muzikale aanleg meebrengt bij de geboorte, maar dat het er op aarde toch niet uitkomt, omdat hij geen geschikte gehoororganen heeft. Het is ook mogelijk dat zo iemand in een vorig leven muzikaal talent heeft ontwikkeld en er nu in zijn nieuwe leven naar streeft om iets anders te ontwikkelen. Want als ik het goed begrepen heb, gaat een eenmaal ontwikkeld talent nooit verloren, maar het komt er op aarde niet altijd uit.

        Het kan dus bij de ouders van Leonie zijn, dat zij wel de geschikte lichaamsorganen hadden voor de kunstzinnigheid en muzikaliteit van hun kinderen, maar dat de ouders zelf niet het talent voor muziek en kunst meebrachten. Het kan ook zijn dat de ouders die talenten wel hadden, maar nooit de kans hebben gehad om ze te uiten, bijvoorbeeld door te veel andere drukte of gezondheidsproblemen.

  3. B

    Wat er eigenlijk staat is dat talent zowel genetisch, als voorgeboortelijk bepaald is.
    Een ziel zoekt een lichamelijkheid die matcht met het doel, met wat iemand komt doen, de voorgeboortelijke reden tot leven, de kiem, kernwaarden of talenten.
    Maar het hoeft natuurlijk lang niet altijd zo te zijn dat dat talent ook ontdekt of gebruikt gaat worden. Denk maar aan de positie van de vrouw door de geschiedenis heen.
    Of aan de vaak pittige levensverhalen van de meest getalenteerde mensen die dus ook werkelijk wat gebracht/nagelaten hebben.
    Dus als talenten wel in de genen zitten maar niet gebruikt zijn kan dat talloze redenen hebben. Het is niet gezien, herkend, of misschien zelfs afgekeurd of ondermijnd.
    Hoe vaak zien we niet dat talent pas op de juiste waarde wordt ingeschat als de maker er allang niet meer is en in zn eigen tijd niet werd begrepen.
    Ik kan het best begrijpen als mensen hun talenten verbergen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s