Uit de voordrachten die hier de afgelopen tijd zijn gehouden, kunt u opmaken dat wanneer we helderziend opklimmen van het fysieke plan naar de hogere werelden, we daar wezens aantreffen die weliswaar niet tot onze fysieke wereld behoren, maar die als wezens van de hogere werelden op zichzelf staande wezens zijn, zodat we ze voor die werelden kunnen kenschetsen als personen, evenzo als wij de mensen hier op het fysieke gebied personen noemen.
U hebt gezien dat hele gelijk of gelijksoortige gevormde groepen van dieren bij elkaar behoren bij een groepsziel of een groeps-Ik, en dat we de leeuwenziel, de tijgerziel en andere groepszielen van dieren als op zichzelf staande (Duits: abgeschlossene) personen op het astrale gebied treffen, die we daar kunnen ontmoeten als we – triviaal gesproken – op het astrale gebied gaan wandelen, net zoals we hier de mensen van de fysieke wereld kunnen ontmoeten.
Eveneens vinden we in nog hogere regio’s, op het Devachan-plan, het Ik van hele plantengroepen, en in de hoogste delen van het Devachan vinden we het Ik van mineralen als gesloten persoonlijkheden, zoals het hier de mensen op het fysieke gebied zijn. Hieruit zien we dat we in deze hogere werelden bepaalde wezens vinden die, om zo te zeggen hun organen, hun individuele wezensdelen uitstrekken tot in de fysieke wereld.
Als de mens zijn vingers zou tonen door ze door een gordijn of door een papieren wand, waarin een gat is, te steken, dan zouden we alleen de tien vingers van de mens zien; hij zelf zou achter de muur zijn. Zo is het ook met het groeps-Ik van de dieren. We zien hier met de fysieke ogen wat zich door hogere wezens van het astrale plan als ledematen uitstrekt, en het echte Ik bevindt zich achter de wand – achter de wand die de fysieke wereld scheidt van het astrale.
Bron: Rudolf Steiner – GA 102 – Das Hereinwirken geistiger Wesenheiten in den Menschen – Berlijn, 6 januari 1908 (bladzijde 13-14)
Eerder geplaatst op 27 september 2019 (1 reactie)
Een heel duidelijke en interessante vergelijking, die vingers van een hand door gaten in een papieren wand te steken en dat te vergelijken met de verschillende dier- en plantensoorten die eigenlijk één groep-Ik hebben.
Toch is er ook een zekere individualisering bij sommige dieren, met name huisdieren die dagelijks in nauw contact met de mens leven. Er straalt iets van het menselijke ego af op hen. Zo baasje, zo diertje. Een groot verschil met wilde dieren. Misschien zullen zij de voorlopers zijn in de verdere evolutie van hun soort. Steiner zei ook dat er een vuurgeest ontstaat waar er een hartelijke band is tussen mens en dier.
Wat is dit? Valt die haan nu dood neer?
Ridzerd, hij valt flauw 🤣 ik vond het op een of andere manier , toch menselijk.
Elementale wezens willen zich verbinden met de mens , maar ontberen een ik wezensdeel .Uitsluitend vuurwezens hebben deels ik-krachten ,maar kunnen nooit reincarneren . Deze elementalen of natuurwezens zullen door de mens door-ikt worden , en gebeurt dit ten goede zoals door de hartelijke band met een dier , dan zullen dergelijke zielebelevingen geofferd worden door die bewuste mens aan de aartsengel , die het dan op zijn beurt weer aan de verdere evolutie van de aarde en haar erbij horende elementenwezens toevoegt .Dit kan gebeuren na het sterven , maar ook reeds tijdens de nachten bij de slaap alwaar wij de etherische en elementale wereld doorkruisen en waar wij ons verbinden met de natuurwezens . Dit zal gelouterde zielesubstantie of ongeouterde substantie zijn die uitgestort wordt door de mens . De eerste zal verhoging geven van aardebewuszijn , de tweede een verlaging en daardoor oorzaak zijn van plagen zoals bijv. stormen of branden om het zo uit te drukken .
Bijvoorbeeld een onverdoofd slachten van schapen bij rituelen zal door de daarbij horende angsten heel kwalijke elementwezens creeren , die zich later in epidemieen en als ziekmakende bacterieen en uitscheidingen / virussen zullen gaan manifesteren bij mensen .