Dat kan natuurlijk ook weer niet zo gaan dat iedereen denkt: ‘Met wat ik door reïncarnatie en karma heb ontdekt, ga ik nu onverwijld het uiterlijke leven aanpakken.’ Dat kan natuurlijk niet. Maar we moeten ons wel voorstellingen vormen van de manier waarop reïncarnatie en karma hun weg in het uiterlijke leven kunnen vinden, zodat ze daarin sturende krachten kunnen worden. Laten we eens de gedachte van het karma nemen,de gedachte dat door de verschillende belichamingen van de mens heen karma werkzaam is. Dan moeten we de vermogens en vaardigheden die een mens meebrengt bij zijn komst op aarde, beschouwen als het resultaat van oorzaken die hij zelf in vorige incarnaties heeft geschapen.
Als we deze idee consequent toepassen, moeten we werkelijk ieder mens als een soort innerlijk raadsel beschouwen, als iets waaruit datgene wat in de donkere lagen van zijn vorige incarnaties besloten ligt, moet worden opgedolven. Niet alleen in de opvoeding, maar in het hele leven zal het een omwenteling teweegbrengen wanneer deze idee van het karma serieus wordt genomen. Als dit zou worden ingezien, zou de karma-idee van een puur theoretische idee worden omgezet in iets wat werkelijk in het praktische leven ingrijpt, wat werkelijk een praktisch instrument voor het leven zou kunnen worden.
Wordt vervolgd
Bron: Rudolf Steiner – GA 135 – Wiederverkörperung und Karma und ihre Bedeutung für die Kultur der Gegenwart – Stuttgart, 21 februari 1912 (blz. 87)
Nederlandse uitgave: Werkingen van het karma (blz. 294).
Vertaald door Anton de Rijk en Hans Schenkels met een nawoord van Hans Peter van Manen.
Stichting Rudolf Steiner Vertalingen. Tweede druk 2004
Als we deze idee consequent toepassen, moeten we werkelijk ieder mens als een soort innerlijk raadsel beschouwen…..
Ik beschouw mezelf al als een innerlijk raadsel.. Er zijn echt momenten in mijn leven dat ik mezelf serieus de vraag stel: Haike, ‘Wie ben jij?’
Goeie vraag, Haike!
Anton
Haike ik denk dat vele mensen die vraag aan zichzelf stellen!
Deze vraag is de kern waarom wij op aarde leven.De uiteenzetting met de wereld om ons heen,
daaraan kunnen wij ons ontwikkelen,van incarnatie naar incarnatie.
In het Griekse Delphy staat boven de ingangspoort van het Orakel van Delphy de tekst
”MENS KEN U ZELVE”.
Die vraag van jou Haike is,de vraag naar de kern van ons leven! Die moeten wij ons blijven stellen.
Ja, die vraag hoor je inderdaad vaak stellen. Maar mij heeft het eigenlijk nooit wat gezegd. Men kan zichzelf de vragen stellen: Wat kan ik? Wat wil ik? Wat doe ik? Wie was ik in een vorig leven? Maar de vraag Wie ben ik? zegt mij niets.
Ik wilde alleen maar duidelijk maken dat als ik de ander als een innerlijk raadsel moet beschouwen, terwijl ik dat maar ten dele bij mezelf kan, hoe moet ik dat dan in godsnaam bij een ander kunnen / voor elkaar krijgen? En dat ook nog eens zonder dat ik ongevraagd in zijn/of haar privacy kom?
Ridzerd,
het aardige van uw gedachten met het stellen van verschillende soorten van vragen is al ‘iets’ doen.Want een vraag vraagt om een antwoord en dit proces kan soms heel onverwacht tot
nieuwe inzichten komen.Het feit dat iets mij niets zegt,wil niet zeggen dat er toch wel iets is.
Ons hele doen en laten kan leiden tot nieuwe inzichten.
Zoals Steiner ons wijst op het feit dat ervaring de bron van wijsheid voor de mens is.
Anton van Rooijen
Steiner en Krishnamurti hebben beide op hun eigen wijze uitgelegd dat je jezelf alleen leert kennen in relatie tot je medemens. En dat je je medemens alleen leert kennen in relatie tot jezelf.
Het is niet eerst het ene en dan het andere het is een voortdurende wisselwerking die afhankelijk is van bewustzijn en liefde.
Dat is me allemaal bekend en behoeft wat mij betreft helemaal geen discussie. Maar het veranderd niks aan mijn proces om het innerlijk raadsel bij mezelf of de ander te doorgronden…
Als alles je al bekend is, waar zit dan het raadsel?
Er is een verschil tussen kennis hebben over wat Steiner zegt en uitlegt, en het daadwerkelijk in de praktijk brengen…
Ja.
Het kwartje valt meestal pas als je je eigen ervaring weerspiegeld ziet in hetgeen Steiner of een andere wijsgeer uitlegt.
Allan Wats heeft ooit gezegd:
Fire can’t burn itself, just like a knife can’t cut itself.
Zo kan je ook jezelf nooit volledig zien denk ik.
Wie je bent is vaak het meest zichtbaar wanneer je juist Niet met jezelf bezig bent.
Dan is Wats ff vergeten dat je wel kan denken over het (eigen) denken. Het enige proces ter wereld wat zichzelf onder zijn eigen voorwaarden onder de loep kan nemen en daarmee uniek in de wereld. Iets waar Steiner het ook heeft en al te vinden is in zijn boek Filosofie van de Vrijheid.
Je had het meen ik zelf ook al over je eigen innerlijke raadsel.
Het onderbewuste blijft altijd van de radar en dat is inherent aan het mens zijn.
Dat raadsel is hetgeen wat ervoor zorgt dat de mensheid op aarde verbonden blijft.
Raadselen verbinden ons met elkaar? Wat mijzelf niet bekend is, daar kan ik het nooit met een ander over hebben.
Das net zo als Kant: zeggen dat God niet bestaat. Dingen die niet bestaan kan ik geen naam geven, een gedachte over vormen, noem maar op, of een goed gesprek over voeren met een ander, wat niet bestaat daar heeft niemand ooit van gehoord.
Dus verbinden via een nog niet bekend raadsel lijkt me raadselachtig…. 😇
dat doe je nu toch ook? het hebben met een ander over iets wat je niet bekend is?
Is dat zo? Als God niet bestaat kan ik het er met jou überhaupt niet over hebben. En zelfs een raadsel moet je eerst bedenken, doordacht hebben, voor dat je het kan voorleggen aan een ander.
Zolang ik mijn eigen raadsel niet zelf als eerste ontsluier, kan ik ze ook niet aan een ander wereldkundig maken.
Ik had het over het onderbewustzijn, je kunt dat omschrijven als het raadsel dat ons allen verbindt, juist omdat we daar met ons denken niet bij kunnen.
We stuiten als mens allemaal op dit probleem; ja dat ben ik met je eens. Overigens beperkt zich dat natuurlijk niet tot het onderbewustzijn.
Maar daardoor voel ik me niet verbonden met de ander, pas als die ander wat verteld heeft over zijn haar raadsels kan ik een verbinding aangaan.
Volgens mij is het verbindende element van Rizerd’s site
de gezamenlijke interesse in de geesteswetenschap
Als ik over raadselen denk dan is er een richting: ik denk over het raadsel van mijn leven , of over het raadsel van het leven van iemand anders.
Bijvoorbeeld als ik een biografie lees.
Een mooi voorbeeld van een raadsel is het raadsel wat Simson aan zijn bruiloftsgasten stelde:
“Eten kwam uit de eter, en zoetigheid kwam uit de sterke”.
Dat is pas een sterk raadsel.
Bedankt voor deze ‘zoetigheid’.
Zo’n raadsel biedt troost en diepgang in koude en platte tijden.
We hebben de juiste gedachten nodig.
We moeten zelf de ruimte nemen om een bepaalde hoeveelheid informatie te overdenken.
Je ziet dat de jongste generaties een steeds kortere concentratieboog krijgen. Uitzonderingen daargelaten. Maar die zijn altijd in de minderheid.
Er wordt minder nagedacht, er wordt vooral direct gereageerd en gedeeld.
Gecorrigeerd, beoordeeld, door de gehaktmolen van platte journalistiek gehaald.
Omdat er overal haast en paniek heerst. We weten al twee jaar lang niet of alles wel goed komt. En we zijn al twee jaar lang in dienst bij Big Tech. En Big Pharma.
Allemaal hooked en caught in the cloud.
Als je een crisis op wil lossen, moet je eerst het probleem juist omschrijven.
En terwijl die omschrijving ons structureel voorgekauwd door de strot geduwd wordt, hebben we amper ruimte over voor creativiteit.
Het gaat continue over dreigingen en problemen. Alle aandacht wordt uit ons gezogen.
Ik zie de huidige technologie als een veelkoppig monster die ons leven bedreigt doordat het ons denken ongemerkt (want machines denken niet) kaapt.