Veel van onze vrienden zullen zich het om zo te zeggen stereotiepe antwoord herinneren op vragen die steeds weer hier en daar na openbare lezingen naar voren zijn gekomen. Een vraag is altijd weer gekomen, zoals u weet; het is dat men zei: Hoe is de leer van de herhaalde aardelevens verenigbaar met de toename van de bevolking van de mensheid zoals blijkt uit de statistieken? De menselijke bevolking over de aarde neemt zo snel toe. Hoe is het in overeenstemming met het door de spirituele wetenschap vastgestelde feit dat het altijd weer dezelfde zielen zijn?
En telkens weer moest ik antwoorden: Het lijkt uiterlijk wel door de statistiek zeer juist te zijn vastgesteld dat de bevolking op de aarde toeneemt, maar men kijkt alleen niet naar voldoende lange tijdsperioden, als nodig zou zijn, om een juiste stellingname te verkrijgen bij een dergelijke vraag, men beschouwt veel te korte tijdvakken. – En daarbij zei ik altijd dat wellicht de tijd helemaal niet zo ver weg kan liggen, dat de mensen met schrik zullen ervaren dat er ook een afname van de bevolking is.
Bron: Rudolf Steiner – GA 177 – Die spirituellen Hintergründe der äußeren Welt – Dornach, 29 September 1917 (bladzijde 12)
Eerder geplaatst op 18 februari 2019 (9 reacties)
Monument voor Rudolf Steiner in de Schweizergarten in Wenen