De aanwijzingen die worden gegeven voor het cultiveren van de morele gevoelens, zowel als de aanwijzingen die worden gegeven voor de concentratie van het denken, voor meditatie, alle streven uiteindelijk naar het ene doel: de geestelijke structuur waardoor het etherlichaam en het fysieke lichaam van de mens zijn verbonden, los te maken; zodat het etherlichaam niet meer zo vast als het ons van nature gegeven is, met het fysieke lichaam verbonden blijft. Alle oefeningen zijn gericht op deze opheffing, deze losmaking van het etherlichaam. […]
De inspanningen in geconcentreerd denken, zoals nu daarvoor de aanwijzingen worden gegeven, en zoals ze ook door de Rozenkruisers werden gegeven, de inspanningen van de meditaties, de zuivering van morele gevoelens, dat alles bewerkt uiteindelijk, wat men in het boek De weg tot inzicht in hogere werelden kan nalezen, dat het etherlichaam zelfstandig wordt, zoals het in dit boek beschreven is. Zodat men ertoe komt, – zoals we onze ogen om te zien, onze handen om te grijpen gebruiken en zo meer -, het etherlichaam met zijn organen te gebruiken, om dan echter niet in de fysieke wereld, maar in de geestelijke wereld te zien. De manier waarop we ons innerlijk leven in de hand nemen werkt aan het losmaken, het zelfstandig maken van het etherische lichaam.
Bron: Rudolf Steiner – GA 131 – Von Jesus zu Christus – Karlsruhe, 6 oktober 1911 (bladzijde 65-66)
Eerder geplaatst op 24 december 2018 (1 reactie)