Een begrip, een eigenschap waar we al verscheidene keren over gesproken hebben, maar dat we opnieuw willen samenvatten voor dit hele leven, dat een derde deel van de tijd van het vorige aardse leven beslaat en dat we gewend zijn het Kamaloka-leven te noemen. Als u hier op aarde leeft en iemand u een stomp geeft, dan weet u het, u neemt het waar, u zegt dat hij mij gestompt heeft. En het is in de regel een andere ervaring, als iemand u stompt dan wanneer u zelf een ander stompt. En als iemand u iets zegt, is de ervaring hier anders dan wanneer u zelf iets zegt.
Geheel omgekeerd is dit in het Kamaloka-leven, waarin men nu terugbeleeft de tijd tussen geboorte en dood. Daar is het zo – laat me dit wat lompe voorbeeld gebruiken -: als men iemand een muilpeer heeft gegeven in het leven, dan voelt men wat hij door die muilpeer gevoeld heeft. Als men iemand gekwetst heeft met een woord, dan ervaart men het gevoel dat hij heeft doorgemaakt. Men ervaart het dus vanuit de zielen van de anderen. Met andere woorden, men ervaart de effecten die men door de eigen daden bewerkt heeft, men beleeft alles wat de andere mensen tijdens ons leven tussen geboorte en dood door ons beleefd hebben.
Wordt vervolgd
Bron: Rudolf Steiner – GA 157a – Schicksalsbildung und Leben nach dem Tode – Berlijn, 18 november 1915 (bladzijde 46-47)
Eerder geplaatst op 2 mei 2018