De occulte wetenschap wil de onderzoeksmethode en onderzoekshouding van de natuurwetenschap, die zich op haar eigen gebied aan de samenhang en het verloop van zintuiglijke feiten houdt, van deze bijzondere toepassing losmaken, echter de logische en andere karakteristieken ervan behouden. Ze wil over het niet-zintuiglijke op dezelfde wijze spreken als de natuurwetenschap over het zintuiglijke spreekt. Terwijl de natuurwetenschap zich met deze onderzoeks- en denkwijze tot het zintuiglijke gebied beperkt, wil de occulte wetenschap de activiteit die de ziel bij het onderzoek van de natuur ontplooit, als een soort zelfopvoeding van de ziel beschouwen en het resultaat ervan op niet-zintuiglijk gebied toepassen. Ze wil zo te werk gaan dat ze weliswaar niet over de zintuiglijke verschijnselen als zodanig, maar over de niet-zintuiglijke aspecten van de wereld op dezelfde wijze spreekt als de natuuronderzoeker over de zintuiglijke. Ze houdt vast aan de innerlijke instelling van de natuurwetenschappelijke werkwijze, dus precies aan dat waardoor natuuronderzoek pas wetenschap wordt. De occulte wetenschap mag zichzelf daarom als wetenschap betitelen.
Bron: Rudolf Steiner – GA 13 – DIE GEHEIMWISSENSCHAFT IM UMRISS (bladzijde 36)
Nederlandstalige bron: De wetenschap van de geheimen der ziel / Herkomst en bestemming van de mens (blz. 13-14)
Vertaald door Wijnand Mees
Rudolf Steiner / Werken en voordrachten
© 1998 Stichting Rudolf Steiner Vertalingen
Tweede druk 2004 / Derde druk 2011 / Vierde druk 2019
Dit citaat is eerder geplaatst in de vertaling van F. Wilmar op 1 april 2018 (3 reacties)