Zo zien we dat in het devachan (toestand tussen aardse levens, geestelijke wereld, godenland, hemel) het leven zijn onbevredigende karakter in werkelijkheid geheel verliest. Juist ook zonder de egoïstische, aardse maatstaven van de mens kan hij het leven daar toch ervaren als iets dat hem vervult met een gevoel van oneindig geluk. Daar komt nog bij dat het bevrijd zijn van het fysieke lichaam, van de lagere wezensdelen waarin de mens hier op aarde als het ware gevangen zit, al een gevoel geeft van groot geluk. Alleen al dat deze aardse grenzen doorbroken zijn, dat je niet meer aan je fysieke lichaam bent gekluisterd, is een voortdurende bron van vreugde. Het devachan is daardoor een tijd waarin de mens zich zo veelzijdig, zo vrij en onbekommerd in alle richtingen kan ontplooien als hij hier op aarde nog nooit heeft meegemaakt.
Bron: Rudolf Steiner – GA 99 – De theosofie van de Rozenkruisers – München, 29 mei 1907 (blz. 54)
Vertaling Gerrit Zunneberg
Eerder geplaatst op 13 juni 2013 (2 reacties)
Ik droomde wat weg door dit citaat en dacht hoe dapper het dan eigenlijk is om te reïncarneren, daar kan alleen liefde een verklaring voor zijn, de hemel inruilen voor bijna een eeuw lijden.
Maar daarna dacht ik misschien is dat helemaal niet zo, misschien gebeurt het puur volgens wetmatigheden en zijn we daar en hier en weer daar en hier etc om dezelfde redenen als dat de aarde om de zon draait. En als dat het geval is, hoeft het niet zo te zijn dat iedere ziel uit liefde geboren wordt.
Nogal off topic maar omdat iedereen er toch mee bezig is, deel ik heel graag een voordracht waar ik veel van heb geleerd. Ik beveel het aan