Het maakt een groot verschil of men kinderen met of zonder sprookjes laat opgroeien

De materialisten zeggen: ‘Mythen en sprookjes vinden hun oorsprong in de kinderlijke fase van de mensheid.’ – Maar de mensen werden juist in hun kinderlijke fase door goden onderwezen. Mythen en sprookjes gaan dus op deze manier verloren in de menselijke evolutie, maar kinderen zou men niet zonder sprookjes moeten laten opgroeien.             

Het maakt een groot verschil of men het kind met of zonder sprookjes laat opgroeien. De voor de ziel versterkende kracht van de sprookjesbeelden komt pas later naar voren. Als er geen sprookjes gegeven worden, toont het zich later in levensmoeheid, in verveling.

Ja, zelfs lichamelijk heeft het een uitwerking, ook tegen ziektes kunnen sprookjes helpen. Wat door de sprookjes wordt ingeprent, komt later tevoorschijn als levensvreugde, plezier in het leven, als een mogelijkheid om het leven aan te kunnen, zelfs op zeer oude leeftijd.

De kinderen zouden in hun jeugd, wanneer ze het nog kunnen beleven, de kracht van sprookjesinhoud moeten ervaren. Wie niet in staat is te leven met voorstellingen die geen werkelijkheid hebben voor het fysieke gebied, die sterft voor de geestelijke wereld. En veel filosofieën die alleen op de fysieke wereld gebaseerd willen zijn, zijn de dood voor de ziel.

Bron: Rudolf Steiner – GA 154 – Wie erwirbt man sich Verständnis für die  geistige Welt? – Praag, 17 april 1914 (blz. 130)

sprookjes-van-grimm-228x300