Als we eraan gewend raken om met een onbevooroordeelde blik te kijken naar de manier waarop mensen tegenwoordig denken en hoe dit denken in alle omstandigheden machtig is, dan pas zal men er een voorstelling van krijgen van wat er moet gebeuren en wat voor de mensheid nodig is. Dan moeten we natuurlijk menig verlangen naar niksdoenerij (Duits: Schlendrian), menig verlangen naar luiheid en traagheid overwinnen. We moeten ons in ieder geval op zijn minst kunnen voorstellen dat een geesteswetenschappelijke beweging ook nog een andere taak heeft dan alleen maar het luisteren naar voordrachten of het lezen van boeken.
Bron: Rudolf Steiner – GA 165 – Die geistige Vereinigung der Menschheit durch den Christus-Impuls – Dornach, 1 januari 1916 (blz. 115)
Niet alleen consumeren en verpozen.
Wat nog meer, John?
Kort zou ik nog wel een contextueel aspect willen aanroeren wat aan dit Steiner citaat vastzit, Bernard. Maar dat een andere keer. Heb een nachtdienst achter de rug, sliep vandaag weinig vanwege een werkomstandigheid en moet zo direct weer een avond- en nachtdienst draaien.
Bijv. de nevenoefeningen praktiseren.
Of jezelf de vraag stellen of de luiheid en traagheid er eigenlijk al waren vóórdat je je aan bepaald gedachtengoed ging laven, of dat het andersom is gegaan, dat bepaald gedachtengoed een verlammende uitwerking op je kon gaan krijgen, en in beide gevallen proberen na te gaan waarom.
Hoe kom je daar…
Misschien door biografische verkenning.
Dus even geen gedachtenvoer tot je nemen, en alleen terugblikken op je eigen tijdslijn.
De weg terug vinden naar je startpunt, je motivaties, je idealen.
Ook daar loert weer een excuus voor het zitvlees vergezeld door de machtige innerlijke analyticus die ontstaan kan zijn door te weinig erkenning van diepere gevoelens.
Ik denk dat Steiner zelfkennis bedoelt, innerlijke scholing die ervoor zorgt dat ‘uiterlijke scholing’ je niet verlamt.
Dat kan op velerlei manieren.
Biografische verkenningen, lichaamswerk, verandering van omgeving, sociale activiteiten of juist retraite, kunstzinnig bezig zijn, je huis opnieuw inrichten, naar muziek luisteren of maken.
Het grote ‘wie ben ik’. Wat voel ik, wat wil ik en niet alleen wat denk ik.
Geen enkel gedachtengoed de plaats laten innemen van je eigen ik.
Het zou je immers een slaaf maken in plaats van een vrij mens.
Ik denk dat luiheid en nietsdoenerij nauwverwant zijn met verslaving en wilszwakte, en dat zelfs de geesteswetenschap een vermomde vlucht in plaats van bezielde bezigheid kan worden of zijn.
Ik moest denken aan een autoritaire opvoeding, waarbij alles wat de kinderen zelf inbrengen, getoetst wordt aan het oordeel van de gezaghebbende ouder(s). In zo’n mate, dat er voor creativiteit geen ruimte overblijft, en zelfs de (vaak zure) humor maar van één kant mag komen.
En hoe het denken van die autoritaire ouders in die situatie machtig is.
De waarheid van het citaat bewijst zich in dit voorbeeld door de passiviteit of wilsverlamming met alle gevolgen van dien die op den duur vaak optreedt bij kinderen uit zo’n gezinssysteem waar het denken van de opvoeders domineert. Waar geen openheid meer is naar vernieuwing, naar de toekomst, maar waar alles in een controlemechanisme is verwerkt dat is opgebouwd uit de achtergrond van die ouders.
Waar iedere vorm van verzet tegen dit keurslijf wordt afgedaan als storend of gestoord.
Wat dan nog waar is ook, omdat die kinderen immers verstoord zijn in hun eigenheid, de eigenheid die de toekomst iets kwam brengen.
Die kinderen staan later vaak voor de uitdaging van hun knieën af te komen, en de ware oorzaken van hun luiheid en niksdoenerij te gaan herkennen als de gevolgen van de slaafse houding die er van ze verwacht werd.
Ik denk dat Steiner dit op collectieve schaal heeft bedoeld, dat de mensheid er naartoe moet zich bewust te worden van zijn eigen macht en niet de macht van alle zogenaamde gezaghebbende organen moet blijven volgen omdat dat eigenlijk niksdoenerij is.
En het gebeurt letterlijk; de hele middenstand wordt op z’n gat gelegd, zonder dat dat een wetenschappelijke grond heeft.
En ik weet dat sommige lezers nu zullen denken ach ze heeft weer een ingang gevonden voor haar wappie-betoog. Maar dan zeg ik nee. Ik was gewoon zo’n kind als hierboven. En daar zijn er meer van dan menig volgzaam burger zou hopen…
Duidelijk verhaal. Zo had ik nog niet gekeken naar de oorzaak van luiheid en zo. Stof tot nadenken. Dank je wel.
Jij ook bedankt. Ik denk er nog steeds over na wat nou de clou van het citaat is.
De macht van het denken, en hoe de mensen ermee omgaan, en wat er behalve lezen en luisteren nog meer nodig is om niet passief of lui te worden.
Ik dacht dus aan conditionering, hoe wat we lezen en luisteren als een programmering kan werken waar we dan alles aan blijven toetsen en beoordelen.
Hoe alle voordrachten als een studie beheerst kunnen worden, een register dat dan open getrokken kan worden om te checken of iets waar is.
Net als in mijn voorbeeld de programmering van dominante opvoeders onbewust een maatstaf kan blijven voor je keuzes, ook als ze er allang niet meer zijn.
En dan zou je je dus kunnen afvragen welke activiteit nodig is om het onderscheid te kunnen maken tussen gedachten die uit die programmering komen en levende gedachten; waar je dat aan kunt toetsen.
Ja een mens kan gestremd worden in zijn ontwikkeling. Bovendien maakt het uit of men in zekere levensfasen, soms ook wel een heel leven lang, een meer beïnvloedbaar of meer eigenzinnig ingesteld mens is. Steiner stelt dat helder aan de orde in zijn voordracht De positieve en de negatieve mens (Berlijn 1910, vertaald naar het Nederlands en uitgegeven door uitgeverij Pentagon). Goed ook dat je dat laatste video opreden van Mieke Mosmuller onder de aandacht hebt gebracht, Stroes. Evengoed kan traagheid en luiheid kan een intrinsieke eigenschap berusten. In die zin heeft ieder mens daar iets mee te stellen. Onder andere Mieke Mosmuller stelt dat aan de orde in haar artikel Die sieben Hauptsünden. Dat is helaas nog niet vertaald naar het Nederlands. Hieronder een tekstdeel daaruit.
” […] Dann gibt es ein Mittegebiet in der Seelenwelt, wo die Kräfte von Sympathie und Antipathie das Gleichgewicht halten. Diese Seelen verhalten sich neutral, sie ziehen weder an, noch stossen sie ab. Sie sind gleichgültig. Im positiven Sinn verhält sich die Seele so, wenn sie objektive Eindrücke aus der Umgebung empfängt, wodurch sie ihre Erkenntnisse objektiv formen kann. Eine Sünde wird diese Seelenhaltung, wenn sie zur Trägheit, zur Lauheit führt bezüglich der übersinnlichen Welt. Die Trägen wollen das Leben nur geniessen, so wie es sich da darlebt. Sie wollen nicht darüber hinaus streben. «Sie lassen sich von jeder Nichtigkeit des Tages beeinflussen. Da aber ihre Sympathie sich keinem Ding in besonderem Masse zuwendet, gehen die Einflüsse rasch vorüber. Alles, was nicht diesem nichtigen Reich angehört, ist solchen Personen antipathisch.» Es ist die Region der fliessenden Reizbarkeit. […] “
Taalcorrectie: ‘Evengoed kan traagheid en luiheid op een intrinsieke eigenschap berusten.’
Boeiend antwoord. Waar ik moeite mee heb is -positief of negatief, – eigenzinnig of beïnvloedbaar, -tragerik, ‘zulke personen’, ‘ze’; het zijn uitspraken die zaken die eigenlijk tijdelijke toestanden beschrijven als zaken die volledig verdicht zouden zijn.
Waar ik wel even om moest grinniken is de traagheid van Mieke Mosmuller in haar eigen spreken.
Ik begrijp je bedenking en punt van bezorgdheid. Maar Steiner behandelt die categorieën en fenomenen in die voordracht neutraal en levensecht. Niet met een starre hokjesgeest. Maar oordeel daarover uiteraard zelf als je misschien ooit gelegenheid hebt om dat boekje van Steiner door te bladeren en door te nemen. Over de wijze waarop Mosmuller spreekt: bedachtzaamheid is haar tweede natuur en haar betogen leest ze nooit van papier op. Als ze iemand letterlijk wil citeren (dus niet wil parafraseren) lees ze soms wel een tekstcitaat voor.
John, ja dat was mijn gedachte ook. Mieke Mosmuller spreekt alles uit het hoofd. Dat is zeer knap, maar dan kun je vanzelfsprekend niet zo snel. Het zou bij dergelijke gedachtengangen ook helemaal niet goed zijn om zo snel te spreken. Ze maakt op mij overigens wel een enigszins vermoeide indruk, net of het haar allemaal wat teveel wordt. Ook wel begrijpelijk, want ze is al bijna 71 jaar geloof ik, en ze neemt heel wat hooi op haar vork.
Toepasselijk:
Het citaat doet mij denken aan : ‘De haas en de schildpad’ een fabel van Aesopus.
En als ik naar die geweldige kartoon kijk
Dan denk ik leve de luiheid vier de verveling hoerahoerahoera !!!
Als je het welletjes vindt dan hoor ik het graag Ritzerd, maar ik heb zo nu en dan vele gedachten die ik snel op wil pennen en het liefst op een plek waar ze kunnen reflecteren ipv in mijn dagboek waar ze onder het stof verdwijnen, want er verdwijnt momenteel al zoveel…
Over traagheid viel me het volgende nog binnen.
Ik denk dat in ieder mens een bepaalde eigen trilling zit die resonantie zoekt. De wet van oorzaak en gevolg (relativiteitstheorie) bewijst dat.
Bij weinig resonantie wordt die trilling zwakker.
Die zwakte uit zich in vertraging.
Hoe pas je deze theorie toe op bovenstaand citaat van Steiner lijkt me de juiste vraag.
Geeft niet, Stroes. Ik kom er alleen maar weinig aan toe om te reageren, hoewel je reactiesinteressant genoeg zijn.
🙂
en Ritzerd, om nog even terug te komen op mijn aversie tegen studeren, er zijn wel enkele wetenschappers die de kunst van hun vak zo uitermate goed verstonden, dat luisteren en/of lezen van hun uitleg net zo vanzelf gaat als het verorberen van de smakelijkste maaltijden.