We zien in de natuur het mineralen-, planten- en dierenrijk; de mens heeft de eigenschappen van al deze rijken in zich. De vorm en samenhang van de mineralen; het leven van de plant; en het gevoel en de kracht van het innerlijke leven van het dierenrijk, de mens is de som van hen.
Hij heeft zijn evolutie en krachten ten koste van hen bereikt. Oorspronkelijk waren dieren volmaakter. De stijging van de mens werd tot stand gebracht door hun daling. Op deze manier is het mensenrijk verrezen. […]
Als een heilige zich ontwikkelt, betekent dat het naar omlaag brengen van andere wezens; hij zal het goedmaken en de andere wezens verlossen. Dit idee geeft medeleven met de hele kosmos. De mens die zichzelf omhoog ontwikkelt, moet ernaar verlangen om anderen te ontwikkelen en te verlossen, want hij heeft zich ontwikkeld ten koste van de hele omringende wereld.
Bron (Engels): Rudolf Steiner – Evolution of Human Freedom and Personal Consciousness/Concerning the Concepts of God – Dusseldorf, January 19th, 1905
Het GA (Gesamtausgabe) nummer van dit citaat is onbekend. Daarom is dit Engelstalige citaat vertaald door Google Translator met een paar aanpassingen van mij.