Ook over orgaandonatie zul je anders denken als je ervan uitgaat dat de mens alleen maar een fysiek lichaam is: dan is het geen punt als je een orgaan zomaar overplaatst in het lichaam van een ander mens, net zoals je machineonderdelen kunt overzetten van het ene apparaat in het andere. In deze visie is de mens dus vergelijkbaar met een machine: wat voor machines geldt, geldt ook voor de mens.
Maar als je ervan uitgaat dat onze organen niet alleen maar uit fysieke stof bestaan, maar ook een etherisch en een astraal lichaam hebben, komt natuurlijk de vraag op wat de gevolgen van orgaandonatie in dat geval zijn. Om maar een voorbeeld te noemen: onze herinneringen leven in ons etherische lichaam. Dus met de transplantatie van een orgaan transplanteren we ook herinneringen van de ene mens over naar de andere mens. Daardoor kan de ontvanger bijvoorbeeld – en daar zijn vele voorbeelden van – plotseling van smaak veranderen, of krijgt hij plotseling andere voorkeuren voor muziek, of krijgt hij onverwacht te maken met depressieve gevoelens die niet van hem zijn.
Aan de andere kant mist de donor (die immers met zijn orgaan ook sommige herinneringen heeft afgestaan) bij de terugblik in de geestelijke wereld bepaalde herinneringen en kan zich daardoor niet goed bezinnen op zijn zojuist voltooide aardse leven. Voor een verdere toelichting op dit belangrijke thema verwijs ik graag naar mijn boek over dit onderwerp: Orgaandonatie, waarom wel, waarom niet?
Bron: Hans Stolp: RUDOLF STEINER – Stichter van een nieuwe cultuur (blz. 75) – Uitgeverij AnkhHermes
Hans Stolp (17 oktober 1942, Leiden)