Akashakroniek (1 van 2)

Alles wat de mens ooit heeft gedaan en gewerkt, zelfs als het niet in geschiedenisboeken is opgetekend, blijft ingeschreven in dat onvergankelijke geschiedenisboek, dat men de Akashakroniek noemt. Alles wat ooit door bewuste wezens op aarde is gedaan, is daar te ervaren. 

Stel dat de ziener iets over Caesar wil weten: hij zal dan een klein voorval uit de geschiedenis als uitgangspunt nemen om zich op te concentreren. Dit doet hij “in de geest”; en dan verschijnen om hem heen beelden van alles wat Caesar deed en van alles wat er om hem heen gebeurde – hoe hij zijn legioenen leidde, zijn veldslagen vocht, zijn overwinningen behaalde.

Maar dit gebeurt op een merkwaardige manier; de ziener ziet geen abstract schrift, maar alles komt voorbij als in silhouetten, in beelden. Wat zich afspeelt, is niet wat er in de ruimte is gebeurd, maar iets heel anders.

Als Caesar bijvoorbeeld een overwinning behaald had, heeft hij gedacht; alles wat er om hem heen gebeurde, leefde ook in zijn gedachten. De Akashakroniek toont de bedoelingen, d.w.z. wat Caesar zich voorstelde en dacht toen hij zijn legioenen leidde, en ook hun voorstellingen. Het is een getrouwe weerspiegeling van alles wat er is gebeurd; alles wat bewuste wezens hebben meegemaakt, wordt daar afgebeeld.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 95 – Vor dem Tore der Theosophie – Stuttgart, 23 augustus 1906 (blz. 27-28)

242px-Gaius_Iulius_Caesar_(Vatican_Museum)-1

Julius Caesar

Waken en slapen

De mens vat gewoonlijk de wisseling tussen waken en slapen niet diep genoeg op. Het is voor hem zo’n alledaags verschijnsel dat hij er nauwelijks aandacht aan besteedt. Daardoor ontgaat hem het raadselachtige dat deze processen in zich bergen volkomen. Op de vraag wat er met de mens gebeurt als hij inslaapt, zou men het antwoord krijgen: Het bewustzijn vervaagt, de vermoeide hersenen vallen in een toestand van verdoving en nemen geen zintuiglijke indrukken van de buitenwereld meer op.

Dit is juist voor zover het betrekking heeft op wat met de fysieke ogen waarneembaar is. Vragen we echter de helderziende wat hij waarneemt, dan zal hij ons zeggen dat er iets van grote betekenis plaatsvindt. Hij ziet hoe uit het rustende fysieke lichaam de innerlijke, de astrale mens zich opheft en in de astrale wereld, de macrokosmos uitstroomt (Duits: hineinergiesst).

En ‘s morgens, bij het ontwaken, ziet hij hoe wat ingestroomd is in het universum, zich weer samentrekt en door het fysieke lichaam, de microkosmos opgenomen wordt. Er onthult zich voor zijn blik een wisselend leven dat de mens leidt in de wereld in het groot en in de wereld in het klein.

Bron: Rudolf Steiner – GA 118 – Das Ereignis der Christus-Erscheinung in der ätherischen Welt – Rome, 12 april 1910 (bladzijde 206-207)

Eerder geplaatst op 16 december 2017 

ap

Moraal prediken (2 – slot)

Met morele leringen, met morele preken is nog geen moraliteit gegrondvest. Werkelijk niet. Als namelijk met morele leringen, met morele preken moraliteit zou kunnen worden gevestigd, dan zouden er vandaag de dag zeker geen immorele handelingen meer zijn; dan zouden de morele handelingen van de hele mensheid, om zo te zeggen, in stromen moeten neerstorten, want iedereen heeft immers ongetwijfeld vaak en steeds opnieuw de gelegenheid gehad om de mooiste morele principes te horen, vooral omdat ze zoveel gepreekt worden.

Maar om te weten wat men zou moeten doen, wat het moreel juiste is, dat is wel het minste voor een morele basis. Het allerbelangrijkste voor een moreel fundament is dat in ons impulsen kunnen leven die door hun innerlijke sterkte, hun innerlijke kracht zich in morele daden omzetten, die zich dan ook uiterlijk moreel manifesteren.

Dat doen gewoonlijk morele preken of de resultaten van morele preken geheel niet. Maar moraliteit vestigen wil zeggen dat de mens wordt geleid naar de bronnen waaruit hij de impulsen kan verkrijgen die hem de krachten geven die tot morele activiteiten leiden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 155 – Christus und die menschliche Seele: Theosophische Moral – Norrköping, 28 mei 1912 (bladzijde 70)

Eerder geplaatst op 13 december 2017   (1 reactie)

1f4726c965ca3783155edba811b2cf5d

Moraal prediken (1 van 2)

Een filosoof, de zeker ook in noordelijke landen niet onbekende Schopenhauer, heeft naast het vele foutieve dat zijn filosofie bevat, een zeer juiste zin uitgesproken met betrekking tot de principes van moraliteit, namelijk: ‘Moraal prediken is gemakkelijk, moraal vestigen (Duits: begründen) is moeilijk.’ Zeer waar is deze uitspraak, want er bestaat eigenlijk nauwelijks iets gemakkelijkers dan op een manier die de meest algemene principes van menselijk voelen en ervaren benadert, uit te spreken wat een mens doen of laten moet, opdat hij een goed mens zal zijn.

Weliswaar voelt menigeen zich zelfs beledigd als beweerd wordt, dat het gemakkelijk is. Maar het is gemakkelijk en wie het leven, wie de wereld kent, zal ook niet betwijfelen dat over nauwelijks iets zo veel gesproken wordt als over de juiste grondbeginselen van het morele handelen. En in het bijzonder is één ding ook waar, dat men in feite de allergrootste instemming bij zijn medemensen vindt als men over deze algemene principes van moreel handelen spreekt. Het voelt om zo te zeggen zo aangenaam voor de luisterende gemoederen dat men zonder meer kan instemmen met wat de spreker zegt, als hij de meest algemene principes van moreel gedrag naar voren brengt.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 155 – Christus und die menschliche Seele: Theosophische Moral – Norrköping, 28 mei 1912 (bladzijde 69-70)

Eerder geplaatst op 12 december 2017  (14 reacties)

Schopenhauer-in-1815

Arthur Schopenhauer
Geboren: 22 februari 1788, Gdańsk, Polen
Overleden: 21 september 1860, Vrije stad Frankfort

De beste antroposoof

Men zou gemakkelijk kunnen denken dat diegene de beste antroposoof is die enige tijd aan zichzelf werkt en vervolgens een uiterlijke, heilzame activiteit ontplooit. Maar het kan zijn dat we in onze uiterlijke levenspositie niet in staat zijn om wat we in onze ziel verwerken in de wereld toe te passen. Deze gedachte dat alleen hij een goede antroposoof is die het geleerde ook in de wereld toepast, zou de meest verkeerde kunnen zijn die er maar kan bestaan.

Het zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat we tientallen jaren niet in staat waren het een of ander van wat antroposofische impuls in ons is, toe te passen. Misschien ontmoeten we iemand op een treinstation en zouden juist hem een belangrijk woord kunnen zeggen, wat we anders niet hadden kunnen zeggen. Deze enkele actie zou voor de samenhang van het leven misschien belangrijker kunnen zijn dan een omvangrijke actie. We moeten ons realiseren wat we kunnen doen en dat ons de verwerkelijking daarvan op de juiste tijd door een wenk van het karma zal worden gebracht.

Bron: Rudolf Steiner – GA 118 – Das Ereignis der Christus-Erscheinung in der ätherischen Welt – Düsseldorf, 20 februari 1910 (bladzijde 76-77)

Eerder geplaatst op 3 december 2017  (5 reacties)

$_59