De waarheid is een verheven doel. Dat blijkt wel uit het feit dat mensen van deze tijd de waarheid, volgens het zojuist opgestelde criterium, alleen op een beperkt, uiterlijk gebied kunnen vinden. Alleen op het gebied van de wiskunde, van rekenen en tellen, heeft de mensheid in het algemeen dit doel tegenwoordig bereikt, omdat dit het gebied is waarop de mens zijn hartstochten, driften en begeerten beteugeld heeft en niet laat meespreken. Waarom zijn alle mensen het erover eens dat drie maal drie negen is en niet tien? Omdat ze, wanneer ze daar een uitspraak over doen, hun hartstochten, driften en begeerten tot rust hebben gebracht. Bij deze eenvoudige zaak, bij de wiskunde, hebben de mensen het tegenwoordig al zo ver gebracht dat ze hun hartstochten, driften en begeerten laten zwijgen. Als dat niet zo was, zou menige huisvrouw graag negen cent in plaats van een dubbeltje betalen. Dan zou de hartstocht een woordje meespreken.
Het is dus nodig voor al ons zoeken naar waarheid, dat wij onze impulsen en begeerten het zwijgen opleggen. De mensen zouden het eens kunnen worden over de hoogste waarheden, wanneer ze op dat gebied net zo ver zouden zijn als ze nu al zijn op het waarheidsgebied van de wiskunde. Maar die wiskundige waarheden zijn iets wat wij ons in het binnenste van onze ziel veroveren, en juist daardoor bestaan ze voor ons. Al spreken honderd of duizend of meer mensen ons tegen, toch blijft zo’n waarheid voor ons bestaan en weten we dat drie maal drie negen is, omdat we dat in de kern van ons wezen begrepen hebben. Zouden die honderd of duizend mensen die een andere mening hebben zich onafhankelijk maken van zichzelf, dan zouden ze tot dezelfde waarheid komen.
Wat is dus de weg tot wederzijds begrip en eenheid onder de mensen? Wij begrijpen elkaar op het gebied van rekenen en tellen, omdat wij daar de vereiste houding bereikt hebben. Naarmate wij de waarheid vinden, zal vrede, eendracht en harmonie onder de mensen heersen. Dat is de essentie, dat wij leren begrijpen dat de waarheid iets is wat zich alleen in ons diepste innerlijk aan ons meedeelt, en dat ze iets is wat de mensen altijd weer tot elkaar brengt, omdat ze uit het diepst van de ziel ieder mens tegemoetstraalt.
Zo is de waarheid de gids die de mensen naar eenheid en wederzijds begrip leidt. Daarmee is ze ook de wegbereidster van gerechtigheid en liefde. Deze wegbereidster moeten wij juist dienen, terwijl wij die andere voorbode, die we gisteren hebben leren kennen, moeten overwinnen om via hem het egoïsme te boven te komen. Dat is de missie van de waarheid, dat wij haar steeds meer mogen liefhebben, dat wij haar in ons opnemen en koesteren mogen. Naarmate wij ons innerlijk in dienst stellen van de waarheid, wordt ons zelf steeds sterker – en juist daardoor kunnen we ons van dit zelf losmaken. Hoe meer wij de boosheid in ons ontwikkelen, des te zwakker maken we het zelf; hoe meer we de waarheid in ons ontwikkelen, des te sterker maken we ons zelf
Bron: Rudolf Steiner – Metamorfosen van de ziel: De missie van de waarheid – Berlijn, 22 oktober 1909 (blz. 47-49)
Vertaald door Frans van Bussel en Margreet Meijer-Kouwe, met een nawoord van Ineke van der Duyn Schouten
Rudolf Steiner / Werken en voordrachten © 2013 Stichting Rudolf Steiner Vertalingen
Duitstalige bron: GA 58 – Metamorphosen des Seelenlebens / Pfade der Seelenerlebnisse: III. Die Mission der Wahrheit – Berlijn, 22 oktober 1909 (blz. 88-90)