De doden zijn midden onder ons

Tegenwoordig wordt aangenomen dat wanneer een persoon door de poort van de dood is gegaan, zijn activiteit in relatie tot de fysieke wereld ophoudt. Nee, het houdt niet op. Er is een constante levendige omgang tussen de zogenaamde doden en de zogenaamde levenden. En we kunnen zeggen: Degenen die door de poort van de dood zijn gegaan, zijn niet opgehouden te bestaan, alleen onze ogen zien ze niet meer; maar ze zijn er. Onze gedachten, onze gevoelens, onze wilsimpulsen, ze zijn ermee verbonden. 

Omdat de evangeliezin ook van toepassing is op de doden: “Zoek ze niet in uiterlijke gebeurtenissen, het koninkrijk van de Geest is in jullie midden.” Dus je moet de doden niet zoeken via uiterlijke schijn, je moet je er alleen volledig van bewust worden dat ze er altijd zijn. Alle historische, alle sociale, alle ethische leven vindt plaats door de samenwerking van de zogenaamde levenden met de zogenaamde doden. 

En de mens kan een bijzondere versterking van zijn hele wezen ervaren door het feit dat hij zich steeds meer doordringt, niet alleen met het besef van zijn vaste positie hier in de fysieke wereld, maar met het innerlijke besef dat tot hem komt als hij van de doden die hij heeft liefgehad kan zeggen: de doden zijn midden onder ons.

Bron: Rudolf Steiner – GA 182 – Der  Tod als  Lebenswandlung – Neurenberg, 10 februari 1918 (blz. 56-57)

M03727418206-large

13 gedachtes over “De doden zijn midden onder ons

  1. Kees

    Wat is volgens Steiner het effect van een kaars branden voor een overledenen? Of heeft het zonder intentie en gevoel sowieso geen effect. Ik kan dat nergens vinden, misschien nog niet goed gezocht 😉 misschien weet 1 van jullie dit?

  2. topaas

    Het zielenvuur brandt veel sterker dan een kaars. Denk aan de doden op een levendige, intense manier, alsof ze bij je zijn, dan open je een venster voor hen waardoor ze in onze wereld kunnen kijken. Het contact met de doden is er als je kippenvel voelt. Dan weet je dat je een link met hen hebt gelegd. Het werkt écht! Idem trouwens voor de onzichtbare natuurwezens. Kippenvel, een soort energie die door je golft, is het “tastbare” bewijs dat je contact met ze hebt gelegd.

    1. Haike

      Dat herken ik heel sterk; Kippenvel krijgen een huivering door je heen voelen gaan, is een bevestiging dat je contact hebt met de andere kant.

  3. Bernard

    Als je een kaars brandt voor een overledene richt je je gedachten en gevoelens, je bewustzijn, op die overledene – dat ervaart de betreffende overledene.

    1. en Socrates, Plato, Picasso, grote musici etc; iedereen wiens wijsheid en kunsten we na lange tijd nog grote waarde toekennen is er gewoon nog.
      En volgens een eerder aanwijzing van Steiner kunnen we weten dat er gemiddeld 300 jaren tussen twee incarnaties zitten, dus daarmee kunnen we uitrekenen wie er alweer (geweest) kan zijn en wie nog in de sferen vertoeft.

      1. Het kan wel voorkomen dat er 300 jaren tussen twee incarnaties zitten, maar gemiddeld is het ongeveer 1000 jaar. Twee incarnaties in elke cultuur periode van 2160 jaar. Maar hier zijn wel veel uitzonderingen op. Het kan zelfs wel veel korter zijn dan 300 jaar.

  4. M.L Heine

    Kun je dit zo zeker zeggen? Er zijn toch vele voorbeelden te over dat iemand sneller incarneert ? Inderdaad kan dat ook korter zijn. Ik geloof niet zo in die vastgelegde uitspraken!

  5. Cornelia54

    Lees het boek van Michiel Hegener maar eens. Leven op herhaling. Ik heb n.a.v. uitspraken in de antroposofische sfeer ook heel lang met de overtuiging rondgelopen: 1 x in de 600 jaar ofzo.
    Dat sluit veel te veel buiten. Ik heb het hele idee dat ik daarover een uitspraak/voor mezelf vaststaand idee kan doen/hebben gewoon maar losgelaten. Het zet me weer veel te vast. Ik had 2 opa’s en oma’s die me precies vertelden wat er wel en niet van mij verwacht werd in de wereld volgens hun godsdienstige overtuigingen. Zo niet dan ging je naar de hel. Als er maar iets in de buurt komt van die starre liefdeloze levensvoorschriften
    dan krijg ik de kriebels. Is natuurlijk mijn ding, maar alsjeblieft voor mij nooit meer
    overtuiging omdat een ander het ergens genoemd heeft ook al is het Steiner. ik geloof werkelijk dat het nooit Steiners bedoeling is geweest wie dan ook een vaste overtuiging voor te schrijven. En hoe onzinnig is het eigenlijk om uitspraken te doen over hoe lang er tussen incarnaties zit zolang ik eigenlijk geen enkel zicht heb op waar ik over praat?

    1. Haike

      Die 600 jaar of zo,….

      Daar heeft Steiner het over gemiddeld eens in de 800 tot 1000 jaar waarbij hij onmiddellijk de kanttekening maakt dat het bij de een veel sneller gaat dan bij de ander….

      En het zicht wat hij daar wel degelijk op geeft, is dat het niet heel interessant is voor de mens om sneller te incarneren omdat er dan op Aarde nog te weinig is veranderd; je doet dan te weinig nieuwe ervaringen/inzichten op wat een meerwaarde geeft voor / aan een nieuwe incarnatie.

      Maar er zijn ook geluiden dat die karmische wetmatigheid doorbroken is (van eens in de 800 tot 1000 jaar incarneren) en dat mensen sneller heen en weer gaan. Van mijn vorige incarnatie en deze: daar zit maar 16 jaar tussen. En niet om dat ik zo’n goed en geweldig figuur ben, maar juist omdat ik er in de vorige incarnatie er een grote puinhoop van heb gemaakt…

      Daar is ooit ook een citaat op deze site over verschenen; mensen die er echt een hele grote puinhoop van maken in een vorige incarnatie, incarneren weer veel sneller…

Geef een reactie op ingmarbeldman Reactie annuleren