Een briljant man, Fabre d’Olivet, maakte een juiste vergelijking toen hij wilde laten zien hoe het hoogste, edelste, puurste in de menselijke natuur voortkomt uit pijn. Hij zei dat het ontstaan van wijsheid en schoonheid uit lijden vergelijkbaar is met een proces in de natuur, met de geboorte van de waardevolle en mooie parel. Want de parel wordt geboren uit de ziekte van de oester, uit de vernietiging in de pareloester. Zoals de schoonheid van de parel wordt geboren uit ziekte en lijden, zo worden kennis, edele menselijkheid en gezuiverd menselijk gevoel geboren uit lijden en pijn.
We kunnen dus in overeenstemming met de oude Griekse dichter Aeschylos zeggen: Uit lijden ontstaat leren; uit leren, kennis. En net als bij veel andere dingen kunnen we van pijn zeggen dat we het alleen hebben begrepen als we het niet alleen op zichzelf kennen, maar ook in wat eruit voortvloeit. Zoals zoveel andere dingen, kennen we ook de pijn alleen aan de vruchten ervan.
Bron: Rudolf Steiner – GA 55 – Die Erkenntnis des Übersinnlichen in unserer Zeit und deren Bedeutung für das heutige Leben – Berlijn, 8 november 1906 (blz. 90)
Fabre d’Olivet (1767-1825)