Het is dus zo dat alle occulte wetenschap de nadruk op de kennis legt hoe men onbaatzuchtig buiten zichzelf moet handelen om in zichzelf de grootste verhoging van zijn bewustzijn te hebben. Bedenk dat degenen die dit heel duidelijk wisten zo onzelfzuchtig waren dat ze ervoor gezorgd hebben dat hun naam niet zou worden doorgegeven aan het nageslacht. Een voorbeeld hiervan is de “Theologia deutsch”. Niemand weet wie het heeft geschreven. Op de buitenkant staat gewoon: “Der Frankfurter.” Dus zorgde hij ervoor dat zelfs zijn naam niet kon worden geraden. Hij werkte zo dat hij uitsluitend iets aan de objectieve wereld toevoegde zonder enige aanspraak te maken op eer of behoud van zijn naam.
[….] In de middeleeuwen kon men van veel kathedralen en schilderijen niet zeggen wie ze had gebouwd of geschilderd. Pas in ons cultuurtijdperk begint men zo’n grote waarde te verbinden met een enkele menselijke naam. Vroegere tijden legden minder nadruk op de individuele menselijke namen. Die tijden waren nog spiritueler. En de spiritualiteit is gericht op de werkelijkheid, terwijl onze tijd is gericht op de schijn die alleen het onmiddellijk tijdelijke wil weten.
Bron: Rudolf Steiner – GA 93 – Die Tempellegende und die Goldene Legende – Berlijn, 25 december 1904 (blz. 119-120)