Transformatie door het Ik

Vergelijk eens een van de wildste mensen, een kannibaal die nog andere mensen opeet, met een gemiddelde Europeaan, en dit weer met een hoog ontwikkeld persoon, bijvoorbeeld Goethe, Schiller of Franciscus van Assisi. De wilde volgt onmiddellijk zijn instincten en hartstochten zoals ze in zijn astrale lichaam aanwezig zijn. Hij heeft weliswaar al het Ik, maar dat is nog geheel in de macht van het astrale lichaam. De gemiddelde persoon van tegenwoordig onderscheidt al wel wat goed en niet goed is. Dit komt doordat deze persoon al aan zijn astrale lichaam heeft gewerkt. Hij heeft daaraan gewerkt en zelfs sommige driften omgevormd in zogenaamde idealen. Hoe meer een mens vanuit zijn Ik zijn astrale lichaam heeft omgewerkt, hoe hoger ontwikkelingsstadium hij heeft bereikt.

De gemiddelde Europeaan van vandaag de dag heeft al veel omgewerkt. Een individualiteit als Schiller of Goethe heeft al een veel groter deel van zijn astrale lichaam omgewerkt. Maar iemand die alle hartstochten al onder zijn wil heeft bedwongen, zoals bijvoorbeeld Franciscus van Assisi, heeft een astraallichaam dat volledig is getransformeerd door het Ik; er is niets meer in dat niet onder de heerschappij van het Ik staat.

Bron: Rudolf Steiner – GA 100 – Menschheitsentwickelung und  Christus- Erkenntnis / Theosophie  und  Rosenkreuzertum – Kassel, 17 juni  1907 (blz. 40-41)

Portraits of Rudolf Steiner 0014