Ons gedachteleven gaat niet verder in onze dromen. [….] Dit gebeurt alleen wanneer onze ideeën verbonden zijn met heftige gevoelens (Duits: Gemütsbewegungen). Het zijn de gevoelens die in de droombeelden verschijnen. [….] Er verschijnt niets in de droom dat niet verbonden is met emoties.
[…] Dat komt doordat de gevoelens veel nauwer met de werkelijke essentie van de mens samenhangen dan het gedachteleven. We dragen de gevoelens ook over in de slaap. De gevoelens zijn dus een deel van de ziel dat ook tijdens de slaap met ons verbonden blijft. In tegenstelling tot gewoonlijke ideeën gaan de gevoelens met ons mee in de slaap. Daarom zijn gevoelens veel nauwer, veel intenser verbonden met de menselijke individualiteit dan het gewone denken, dat niet doordrongen is van gevoelens.
Bron: Rudolf Steiner – GA 130 -Das esoterische Christentum und die geistige Führung der Menschheit – Leipzig, 4 november 1911 (blz. 108-109)