In de mate waarin we de mensheid in haar verschillende volkeren en haar verschillende landen begripvol kunnen liefhebben, in dezelfde mate groeit ons gevoel voor internationalisme. Er zijn twee verschillende bronnen in de menselijke natuur die ten grondslag liggen aan nationalisme en internationalisme. Nationalisme is de hoogste ontwikkeling van egoïsme. Internationalisme is datgene wat ons steeds meer doordringt als we onszelf kunnen richten op een begripvolle opvatting van de mensen.
Bron: Rudolf Steiner – GA 335a – Soziale Zukunft – Zürich, 30 oktober 1919 (blz. 190)
Zie ook: Nationalisme / Humaniteit en Overwinning van Nationalisme
Een heel mooie uitspraak! Zo’n gevoel heb ik zelf ook altijd; de wereld gaat voor mijn nationale belang!
Moet denken aan de uitspraken van Ayaan Hirsi Ali:
‘Multiculturalism should not mean that we tolerate another culture’s intolerance.’
En deze van Ayn Rand
‘Tolerance of intolerance is cowardish’
Beide vrouwen zijn gevlucht naar het westen uit onvrije landen.
Het zijn juist de mensen die zijn gevlucht uit regimes die vaak niet begrijpen hoe wij als (lange tijd) vrije westerlingen culturen omarmen die bijvoorbeeld vrouwenrechten of vrijheid van meningsuiting of vrijheid van sexuele geaardheid onderdrukken.
Het siert Ayaan Hirsi Ali dat ze dat gezegd heeft.. Toch werd ze lid van een club (VVD) waarvan je nou niet echt kan zeggen dat socialisme delen met een ander, hoog in hun vaandel hebben staan..
Het ging ook niet over delen.
Dit citaat vond ik zo treffend.
https://ridzerdvandijk.wordpress.com/2013/05/29/egoismealtruisme/
Ja, dat is een heel mooie.
Wat Steiner internationalisme noemt is een mooi ideaalbeeld maar er zijn culturele verschillen die niet te verenigen zijn. En dan zijn grenzen van groot belang. Daarmee voorkom je dan conflict.
Steiner zegt:
[Daarentegen kan een egoïsme, dat zich tot buiten de individuele mens uitbreidt, zeer onzelfzuchtig zijn door datgene wat bij hem behoort te behoeden en te verzorgen. ]
Hij zegt: datgene wat bij hem behoort.
Dat is toch ook je land en achtergrond?
Zulke gevoelens zijn toch niet egoïstisch?
Dit stukje van Steiner illustreert heel veel over volk en de daarbij horende staatsvormen en hoe het verkeerd toegepast wordt in sommige landen en zelfds werelddelen , is tegenwoordig al te goed zichtbaar
[…De mens behoort echter alleen toe aan zichzelf , hij behoort tot de samenleving. Wat in hem tot uitdrukking komt , is niet alleen zijn individualiteit , maar tevens de van het volk waartoe hij behoort . Wat hij volbrengt , komt zowel uit zijn eigen kracht voort ais uit die van zijn volk. Hij vervult door zijn eigen taak tevens een deel van de taak van zijn volk. Het komt er op aan dat zijn plaats binnen zijn volk zodanig is, dat hij de mogelijkheden van zijn individualiteit volledig kan ontplooien. Dat is slechts mogelijk wanneer het organisme van het volk zo-danig is, dat de enkeling daarin de plaats kan vinden die als uitgangspunt voor zijn activiteit kan dienen . Het mag niet aan het toeval worden overgelaten of hij deze plaats vindt. De manier waarop de individualiteit zich binnen de gemeenschap ontplooit, is een aangelegenheid van de volkenkunde en de staatswetenschap. De individualiteit van het volk is het object van deze wetenschap. Deze wetenschap moet tonen welke vorm het staatsorganisme moet aannemen, wanneer daarin de individualiteit van het volk tot uitdrukking wil komen. De staatsinrichting, die een volk zichzelf geeft, moet worden ontwikkeld vanuit zijn meest innerlijke wezen. Ook hieromtrent zijn niet geringe vergissingen in omloop. Men beschouwt de staatswetenschap niet als een ervaringwetenschap. Men meent de staatsinrichting van alle volkeren volgens een bepaald sjabloon te kunnen regelen. De staatsinrichting van een volk is niets anders dan zijn individuele karakter in de gedaante van vastgelegde juridische vormen. Wie de richting wil aangeven waarin een bepaalde activiteit van een volk zich moet bewegen, mag niets van buitenaf aan dit volk opdringen; hij moet eenvoudig uitspreken wat onbewust in het volkskarakter aanwezig is. ‘Niet de verstandige regeert, maar het verstand; niet de redelijke, maar de rede,’ zegt Goethe.
De methode van volkenkunde bestaat eruit te begrijpen hoe de rede in de individualiteit van een volk tot uitdrukking komt. De mens maakt deel uit van een geheel, waarvan de innerlijke aard wordt gevormd door de organisatie van de rede. Wij kunnen ook in dit verband een belangrijke uitspraak van Goethe aanhalen: De wereld van de rede kan worden beschouwd als een groot, onsterfelijk individu, dat onophoudelijk het noodzakelijke bewerkstelligt en daardoor zelfs het toevallige beheerst .]
Mooi stuk tekst, vooral Goethes woorden: ‘niet de verstandige, maar het verstand. Niet de redelijke, maar de rede’
Het eerste gaat over het ego, de verpakking. Het tweede gaat over de objectieve waarheid die naar het hart leidt.