Even tussendoor

Vanmorgen was ik bij de tandarts. Het is een aardige, geïnteresseerde man. Hij vroeg mij van alles, hoe het gaat, of ik wel gezond leefde en of ik wel groente en fruit at. Hij zag waarschijnlijk wel dat ik er nogal moe en melancholisch uitzie, want hij vroeg ook nog: ‘Hebt u nog wat plezier in het leven?’ Ik antwoordde: ‘Het gaat wel. Ik heb een dochter en een kleinzoon, ik speel wat gitaar en keyboard en ik heb drie websites.’ Toen vroeg hij: ‘Waar gaan die websites over?’ 

‘Rudolf Steiner.’   

‘Wie is dat?’

De vraag overviel mij wat. Ik heb tientallen jaren Steiner gelezen, maar evengoed stond ik met mijn mond vol tanden bij de tandarts 😀. Ik wist me niet zo goed raad met deze vraag en daarom antwoordde ik: ‘Een denker, filosoof en helderziende.’

Toen ik op de fiets naar huis reed, dacht ik: Ik heb het niet goed gezegd. Bij thuiskomst schoot me te binnen wat ik had moeten antwoorden: ‘Rudolf Steiner is de grote ziener in het land der blinden.’

Een ziener ziet de gewaarwordingen van een ander als een uiterlijke werkelijkheid

De mens ervaart dan (bij ontwikkeld bovenzintuiglijk waarnemingsvermogen R.v.D.) niet slechts de indrukken van de wereld der materie en het leven, maar hij aanschouwt de gewaarwordingen. Voor iemand met een dergelijk ontwikkeld vermogen is de wereld der gewaarwordingen van een ander als een uiterlijke werkelijkheid aanwezig. Daarbij moet men onderscheid maken tussen het beleven van de eigen wereld der gewaarwordingen en het aanschouwen van die wereld van een ander. In zijn eigen wereld zien kan natuurlijk iedereen; de gewaarwordingswereld van een ander zien kan slechts een ziener, iemand dus met een geopend geestesoog. Is men dat niet, dan kent de mens de wereld der gewaarwordingen slechts als de verborgen belevingen van zijn eigen ziel; met geopend geestesoog wordt voor de waarneming van buitenaf zichtbaar wat anders beperkt blijft tot het innerlijk van het andere wezen.

Ter voorkoming van misverstand wordt er hier uitdrukkelijk op gewezen, dat de ziener zelf niet ongeveer hetzelfde beleeft als het andere wezen innerlijk ervaart van zijn gewaarwordingswereld. Deze beleeft zijn gewaarwordingen  van binnen uit; de ziener neemt een openbaring waar, een uiting van de wereld der gewaarwordingen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 9 – THEOSOPHIE – Einführung in  übersinnliche  Welterkenntnis und  Menschenbestimmung (blz. 17)

Uit de vijfde druk van THEOSOFIE (blz. 39-40). Vertaling H.G.J. de Leeuw

528x840