Men kan dit boek (Theosofie) niet lezen zoals men in onze tijd gewoonlijk boeken leest. In bepaald opzicht zal de lezer menige bladzijde, ja zelfs menige zin moeten verwerken. Dat is met opzet nagestreefd, want alleen op deze wijze kan het boek aan zijn bedoeling beantwoorden. Wie het alleen maar doorleest, kan geacht worden het in het geheel niet te hebben gelezen. De waarheden in dit boek moeten worden doorleefd. Alleen dan heeft geesteswetenschap waarde.
Van het standpunt der algemeen bekende wetenschap uit kan dit boek niet worden beoordeeld, wanneer het punt van uitgang voor een dergelijke beoordeling niet uit het boek zelf wordt gehaald. Als de criticus dit standpunt wil innemen, zal hij waarlijk zien dat door deze uiteenzettingen de ware wetenschap nergens wordt tegengesproken. De schrijver weet dat hij door geen enkel woord met zijn wetenschappelijke nauwkeurigheid in tegenspraak heeft willen komen.
Bron: Rudolf Steiner – GA 9 – THEOSOPHIE – Einführung in übersinnliche Welterkenntnis und Menschenbestimmung (blz. 2)
Uit de vijfde druk van THEOSOFIE (blz. 12). Vertaling H.G.J. de Leeuw