We moeten het onderscheid leren kennen tussen het vergankelijke en het onvergankelijke. In de Griekse beeldhouwkunst bijvoorbeeld zijn grootse, wonderbaarlijke werken gemaakt, die toch alle na een bepaalde tijd ten ondergegaan zullen zijn. Zouden die werken alles zijn, dan zou men moeten zeggen dat ze vergankelijk zijn; alles in de fysiek-zintuiglijke wereld is op deze wijze voorbijgaand.
Maar dat de kunstenaar op het fysieke vlak werkt, brengt iets wat blijvend is voor de geest van de kunstenaar, dat er niet zou zijn als hij niet op het fysieke gebied gewerkt had. Het opnemen van een bezigheid op een lager gebied is het vermogen (Duits: Fähigkeit) van een wezen op een hoger gebied; dat is evolutie. Alleen door de incarnatie wint de mens een verrijking van de geest, die hij anders niet zou verkrijgen. Dat is de betekenis van het vergankelijke voor het onvergankelijke.
Bron: Rudolf Steiner – GA 89 – Bewußtsein/Leben/Form – Berlijn, 19 oktober 1904 (bladzijde 129)
P.S. Als voorbeeld noemt Steiner hier een kunstenaar. Waarom noemt hij niet bijvoorbeeld een bouwvakker of een boekhouder? Zijn dat soms geen bezigheden op een lager gebied die vermogens geven op een hoger gebied? Het lijkt vaak in de antroposofie wel alsof alleen kunst betekenis heeft voor de geest en al het andere als bijv. techniek of economie eigenlijk maar wat minderwaardig is. Wel legt hij vaak genoeg de nadruk op het grote belang van praktisch denken en werken, maar het lijkt vaak wel dat dit iets is dat nu eenmaal op aarde noodzakelijk is, maar eigenlijk niet van betekenis is voor de geest. Maar misschien heb ik het wel verkeerd begrepen.
Eerder geplaatst op 8 januari 2018
Elke fysieke bezigheid is in het aardse bestaan vergankelijk en heeft een bepaalde waarde voor de geincarneerde op geestelijk gebied. Ik lees hierin het belang van de vergankelijkheid ten opzichte van het onvergankelijke. Het voorbeeld had in mijn optiek net zo goed een …. kunnen zijn.
Oké, bedankt.
Wat je ook doet het gaat om de intentie waarmee je het doet lijkt me. Voor een kunstenaar is dat een must, anders wordt het nooit “kunst” .Bij veel andere vakken is dat ,lijkt me, veel moeilijker, je hebt de neiging te werken in een soort automatisme. Omdat te overwinnen is een enorme uitdaging. Elke herhaling als een nieuw avontuur te ervaren…. Ik geef het je te doen, maar als het lukt…..
Charlotte
Toen de Amsterdamse Vrije School ergens in de laat jaren tachtig letterlijk uit zijn fysieke jasje knalde er echt een nieuw gebouw moest komen, werd de Antroposofisch werkende architect Anton van Es benaderd voor een nieuw te bouwen schoolgebouw. Dat deed hij. Mensen die wel eens een Antroposofisch gebouw hebben gezien weten wel dat de rechte hoeken in een dergelijk gebouw wat minder aanwezig zijn.
Hij vertelde mij dat hij regelmatig op de bouwplaats ging kijken en hij vertelde mij dat hij veel blije gezichten van bouwvakkers had gezien..
En waarom? Omdat ze moesten nadenken over hoe die dakgoot nou vastgemaakt moest worden aan dat dak, wat ook niet recht was, en de goot toch zijn werk moest kunnen doen, namelijk regenwater afvoeren en ook nog er mooi moest uitzien. Ze waren eindelijk weer eens bezig echt hun vak, zo je wil, hun ambacht uit te voeren. En niet een min of meer standaard rechte schoenendoos uit de grond te stampen….
Dat dat nieuwre schoolgebouw vele jaren later alsnog verpest is door een 2e verbouwing en uitbreiding van de bovenbouw valt van Es niet aan te rekenen..
Het werken op lager gebied zoals in de biologisch dynamische land en tuinbouw
zou toch echt ook iets in de Geestelijke wereld bewerkstelligen.
Of organisch bouwen van huizen.
Neem de Jugendstil bouwstijl dat is toch ambacht van lagere orde?
Of is hier de stilist ook nog van belang en de bouwvakker enkel de uitvoerder?
Of dient het samenwerken een hogere orde?
De bouwvakarbeiders vh Goetheanum kregen lezingen. Hoe is het hen vergaan in het hoger geestelijke na hun arbeidsleven ? Het moet toch wel bizonder zijn geweest. Of waren ook de bouwvakarbeiders karmisch meegekomen met R. Steiner?
Ik denk wel dat de Antroposofie bedoelt dat alle werk tot kunst moet worden verheven.
Zo heette mijn verpleging vanuit de Antroposofie’; Zorgkunst. De kunst vh zorgen. Zodat de geestelijke wereld zich ermee kan verbinden. En het betekenis heeft voor de wereld.
Handwerk doen , Ik heb ook huizen gebouwd, en tevens Antroposofie tot me genomen, zou ook een ideale combinatie zijn. Tuinieren. Ik voel soms elementair wezens. Bij mijn vriendin zaten ze op schoot als we tuinierden.
Dat is toch een directe werking vanuit wat het lagere wordt genoemd, arbeid, tuinieren, en de bovenwereld.
Ik denk eigenlijk niet dat alle werk tot kunst zou moeten worden verheven. Want er is genoeg werk waarbij dat helemaal niet kan, bijvoorbeeld massaproductie van allerlei, waarbij elke werknemer maar een klein onderdeel doet van een of ander product. Is dit dan werk dat helemaal niets betekent voor ontwikkeling van geest en ziel van de werker?
In een wijds verband wordt dit thema behandeld in Steiners voordrachtenreeks Karma van het beroepsleven.
Dank je, John, die moet ik weer eens lezen. Ik heb deze wel eerder gelezen in GA 172 in het Duits.
Ik spreek niet graag over een lagere of een hogere orde, wel over vooruitgang het verkrijgen van en uitbreiden van (zelf)kennis.
Maar mijn haren gaan overeind staan als je de Biologische Landbouw laat vallen andere een zogenaamde lagere orde… Dat kan bijna alleen als je niet genoeg kennis hebt van die landbouwmethode. Want elke BD werkende boer zal proberen de elementairwezens en ook andere wezens, bij zijn werk te betrekken. De niet fysieke onzichtbare wereld, te verbinden met de fysieke zichtbare wereld..
Dat kost veel zelfinzicht en energie en vertrouwen in jezelf dat je op de juiste manier contact kan leggen met die wereld. Een BD-er is niet alleen fysiek sterk bezig, hij of zij is ook Geestlijk met de niet materiele wereld bezig. En elke dag in de landbouw is een andere; (afgezien van ’s ochtends en ’s avonds iedere dag koeien moet melken) andere weer, een kalf ter wereld helpen, voer voor de winter klaar maken enz..
Maar vergeet vooral niet de preparaten. Ze maken en gebruiken om de invloed van de niet fysieke wereld op een maximale positieve wijze op Plant, Dier en Mens in te laten werken..
Een goede boer is goed vergelijkbaar met een Priester: Beide proberen Hemel en Aarde iets dichter bijenkaar te krijgen. Als dat niet iets is van een zogenaamde hogere orde dan weet ik het ook niet meer.
Al het aardse leven begint bij de Land en Tuinbouw. Bedrijven als Shell en consorten weten dat heel goed; Shell is in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw druk bezig geweest om zaadtelers op te kopen, monopolie hebben op gewassen en de zaden ervan, en aan wie je ze wel of niet verkoopt, is een nog veel machtigere business als olie verkopen….
Je antwoord inspireert me Frans, daar gaat het volgens mij om, dank.
Je antwoord inspireert me Frans, daar gaat het volgens mij om, dank.
Naar kunst bestaat er ook kunstnijverheid. Ook hier wordt met een bepaalde intentie iets gemaakt. Deze kunst heeft ook praktische functie. Een mooi gemaakt voorwerp brengen zo het kunstzinnige in het praktische leven.
Het lijkt mij dat het in dit citaat om aanwezigheid in het moment gaat ook of juist in je werk/beroepsuitoefening. Je kunt zeggen dat het om de kunstenaar in elk mens gaat. Joseph Beuys heeft er een halve eeuw terug nog eens de aandacht op gevestigd middels de ‘slogan’ : “Jeder Mensch ein Künstler”.