In de voordrachten over de astrale wereld heb ik geprobeerd te beschrijven welke weg de menselijke ziel heeft te doorlopen, nadat ze door de poort van de dood gegaan is. Deze weg door de zielenwereld – of de astrale wereld zoals het in de theosofische literatuur genoemd wordt -, is relatief kort. Het langste deel van de tijd welke de menselijke ziel nodig heeft om van de ene incarnatie naar de volgende te komen, besteedt ze in de geestelijke wereld, in wat men in de theosofie devachan, het land van de goden, noemt. Ik zal, om een Duitse uitdrukking te gebruiken, de woorden “geestenland” (Geisterland) of “geesteswereld” (Geisteswelt) voor “devachan” gebruiken. We moeten erop letten dat we langzamerhand Duitse uitdrukkingen invoeren. En als we weten dat we met het zogenaamde geestenland niets anders bedoelen dan wat in de theosofie devachan is, dan zullen we elkaar begrijpen.
Bron: Rudolf Steiner – GA 88 – Über die astrale Welt und das Devachan – Berlijn, 11 februari 1904 (bladzijde 119)
Eerder geplaatst op 2 januari 2018