Scheiding van de geslachten / Karma

Pas in de Lemurische tijd (zie uitleg onder deze tekst) trad de scheiding van de geslachten op. Daardoor werd ook pas de incarnatie mogelijk, het in bezit nemen van een lichaam, zoals het voordien niet was. Vroeger ontstond een wezen uit een ander. Met de scheiding van de geslachten in het midden van de Lemurische tijd trad geboorte en dood op en daarmee was ook de mogelijkheid van de werking van karma gekomen. De mens kon een schuld op zich laden. Alles, wat we als “menselijk” kennen, is toen ontstaan. 

Bron: Rudolf Steiner – GA 89 – Bewußtsein/Leben/Form – Berlijn, 9 juni 1904 (bladzijde 116)

Volgens de antroposofie verloopt de aardeontwikkeling in zeven tijdperken van elk duizenden jaren. We zijn nu in het vijfde aardetijdperk, dat begonnen is na de ondergang van het vierde aardetijdperk, genaamd Atlantis, in het jaar 7227 v.Chr. Het derde aardetijdperk heette Lemurië, het tweede Hyperborea en het eerste Polaris. Het zesde aardetijdperk zal beginnen na de ondergang van ons huidige aardetijdperk in het jaar 7893.

Eerder geplaatst op 7 januari 2018  (1 reactie)

rudolfsteinerlecture2011_07-2013_08_19-08_19_05-utc

Niets, helemaal niets beweert de geesteswetenschapper dan wat elke geleerde in zijn vakgebied beweren kan

Niets, helemaal niets beweert de geesteswetenschapper dan wat elke geleerde in zijn vakgebied beweren kan. Stel je voor, iemand zegt u een wiskundige waarheid. Als u zelf nooit wiskunde heeft geleerd, dan heeft u niet de kennis om deze waarheid te controleren. Geen mens zal ontkennen dat men voor de beoordeling van een wiskundige waarheid zich eerst de nodige vaardigheden eigen moet maken. Geen autoriteit kan over een dergelijke waarheid beslissen; alleen degene die ze heeft ervaren, kan daarover oordelen.

Zo kan ook over een occulte waarheid alleen degene beslissen, die zo’n waarheid zelf ervaren, zelf beleefd heeft. Onze tijdgenoten verlangen echter vandaag de dag van de occultisten, dat hij onmiddellijk en voor elk gemiddeld verstand bewijst, wat hij te zeggen heeft. Men beroept zich daarbij op de zin: Wat waar is, moet zich bewijzen laten en iedereen moet in staat zijn het in te zien. – De geesteswetenschap beweert echter niets anders dan wat iedere andere geleerde op zijn vakgebied ook beweert, en hij verlangt niets, wat niet ook iedere wiskundige verlangt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 89 – Bewußtsein / Leben / Form – Berlijn, 26 mei 1904 (bladzijde 89-90)

Eerder geplaatst op 6 januari 2018

1717584-Bob-Dylan-Quote-Don-t-criticize-what-you-can-t-understand

Als je ziel ooit zwak is

Als je ziel ooit zwak is, als je ooit gelooft dat de doelen van het aardse bestaan buiten je bereik liggen, denk dan aan de goddelijke oorsprong van de mens en word je bewust van de krachten in jou die ook de krachten van de hoogste liefde zijn. Word je innerlijk bewust van de krachten die je vertrouwen en zekerheid geven in al je werken, in je hele leven, nu en in alle komende eeuwen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 127 – Die  Mission  der  neuen  Geistesoffenbarung / Das  Christus-Ereignis  als  Mittelpunktsgeschehen der  Erdenevolution – Hannover, 26 december 1911 (blz. 237)

W8Zr8856

Schilderij / Geesteswetenschap

Om een schilderij te maken moet men een schilder zijn. Maar om de schoonheid en de innerlijke waarde van het geschilderde te beleven, behoeft men geen schilder te zijn. Daarvoor behoeft men zich slechts toe te vertrouwen aan zijn onbevangenheid en onbedorven mensennatuur.

Zo is het in feite ook met de geesteswetenschap. Om ze zelf in ideeën te ‘schilderen’, moet men geesteswetenschappelijk onderzoeker zijn. Indien ze echter wordt weergegeven zoals dat gebeurt in de hierover gehouden voordrachten en in onze literatuur, dan staat ze voor ons zoals het schilderij voor de toeschouwer, die zelf geen schilder is. De mens hoeft niets anders te doen dan zich toe te vertrouwen aan zijn onbevangen en onbedorven zin voor de werkelijkheid om een gezondmakende indruk te krijgen van de schildering van de geestelijke wereld!

Bron: Rudolf Steiner – GA 231 – Der übersinnliche Mensch anthroposophisch erfaßt – Den Haag, 16 november 1923 (bladzijde 46)

Vertaling door M. Macintosh, overgenomen uit Tussen dood en nieuwe geboorte – Den Haag, 16 november 1923 (bladzijde 44) – Uitgeverij Vrij Geestesleven 1979

Eerder geplaatst op 5 januari 2018

504x840

Geen mooipraterij, maar de waarheid

Het zal nooit gebeuren dat ik het een of ander zeg om de reden dat het een of ander mens of een groep mensen bevalt, maar uitsluitend omdat het mijn overtuiging, mijn onderzoeksresultaat is, dat het waar is. […] 

Nogmaals wil ik benadrukken dat ik wat ik zojuist gezegd heb, uit mijn overtuiging en, zoals ik geloof, vanuit mijn occulte inzichten heb gezegd en niet om bij wie dan ook in het gevlei te komen. Ik zou evengoed iets onaangenaams gezegd hebben, als het de waarheid zou zijn.

Bron: Rudolf Steiner – GA 158 – Der Zusammenhang des Menschen mit der elementarischen Welt – Helsingfors, 7 april 1912 (bladzijde 222-223)

Eerder geplaatst op 4 januari 2018  (1 reactie)

ongemakkelijke-waarheid