Waartoe al dit gedenk over het leven na de dood?

Wat er in zijn geestelijke omgeving aanwezig is, dat kan de overledene alleen voor zover beleven, als hij zich al hier op aarde de voor de mens mogelijke gedachten over de geestelijke wereld gemaakt heeft. Er zijn zo veel mensen die zeggen: Ach, waarom zouden we ons om het leven na de dood bekommeren? We kunnen het immers afwachten. Als we gestorven zijn, zullen we wel zien, wat er na de dood is. – Maar dat is een volstrekt onmogelijk idee. Men ziet eenvoudig niets na de dood, als men zich in het leven helemaal geen gedachten over de geestelijke wereld heeft gemaakt, als men alleen maar materialistisch geleefd heeft.

Bron: Rudolf Steiner – GA 226 – Menschenwesen Menschenschicksal und Welt-Entwickelung – Kristiana (Oslo), 17 mei 1923 (bladzijde 29-30)

Zie ook: Waarom zou ik mij bekommeren om wat zich na de dood afspeelt?

Eerder geplaatst op 28 november 2017  (10 reacties)

300px-GA226

4 gedachtes over “Waartoe al dit gedenk over het leven na de dood?

  1. Bernard

    Het lijkt mij dat de teksten hieromheen dit citaat wellicht begrijpelijker maken. Ikzelf ben opgevoed in een christelijke omgeving waarin het leven na de dood beschreven werd als een menselijk bestaan in de hemel of in de hel, toch een vrij materialistische opvatting. God als een mens op een troon, die vandaar uitkeek op de aarde. Niets te maken met een geestelijke wereld, maar toch zullen de overledenen terugzien op hun leven en daar hun ervaringen bij opdoen.
    Ik denk dan ook, dat ook als mensen uitsluitend materieel hebben geleefd, dat ze toch hun fysieke leven zullen terug-ervaren en daar hun leerervaringen uit opdoen.

    1. Haike

      Bernard schreef:

      Ik denk dan ook, dat ook als mensen uitsluitend materieel hebben geleefd, dat ze toch hun fysieke leven zullen terug-ervaren en daar hun leerervaringen uit opdoen.

      Daar heb ik toch hele grote vraagtekens bij Bernard bij jouw gedachtengang, het is weliswaar een mooie en hoopgevende maar of het zo werkt…

      En wel om het volgende: Iets wat je al in de Bijbel tegenkomt; “Wanneer gij niet gelijk de kinderen God’s kunt worden zult gij nooit het koninkrijk God’s betreden….”

      Volgens mij heeft dat te maken met het terugkijken op je laatste incarnatie van oud naar jong: kind van God worden… Daarna kan je pas verder de sferen in. En dat terugkijken gaat niet zomaar vanzelf; Steiner waarschuwt daar ook voor, waarschijnlijk is dat ook de reden waarom de terugkijk oefening deel uit maakt van de Nebenoefeningen, en hier gepraktiseerd moet worden anders wordt het daar straks een stuk moeilijker.

      Ik heb geen flauw idee of je dan wel of niet in het Kamaloka blijft hangen, als het terugkijken niet lukt of maar gedeeltelijk, of hoe lang je dan daar verblijft, of dat je van daaruit een nieuwe incarnatie aangaat.

      Maar als je als materialist hebt geleefd, nooit gehoord hebt over een Geestelijke wereld, (of daar niks van wil weten) laat staan een begrip als Kamaloka nooit bent tegen gekomen, en of het begrip terugkijken, en dat je daar werkelijk wat voor moet doen…

      Misschien is het daarom daar nog wel wat voller dan we nu denken, en misschien moet je daar wel een nummertje trekken om überhaupt binnen te komen, zoals ik dat als klein jochie op zaterdag al bij de bakker moest doen om een brood te kopen voor het gezin.

  2. Bernard

    “Een geestelijke omgeving van een andere soort te hebben, dan het de aards-materiële is, kan alleen verworven worden doordat wij door de dood gaan met gedachten, die zich ervan bewust zijn dat er een geestelijke wereld bestaat. Daarom zullen zielen die zich dit bewustzijn niet verwerven, na de dood in de aardse sfeer vastgehouden worden. Ze kunnen daar gevonden worden door degenen die zich door geestelijk onderzoek de weg daarheen gebaand hebben.”
    Dit houdt dus in, dat ook diegenen die een materialistische opvatting van het leven na de dood hebben – geloven in een hemel met God op een troon – toch wel bewustzijn over een geestelijke wereld zouden hebben, ook al wordt dat materialistisch ingekleurd. Ik kom bij antroposofen ook soms gedachten over de geestelijke wereld tegen die materialistisch zijn ingekleurd. Het is natuurlijk best moeilijk om onze aards-fysieke beeldvorming los te laten en besef te ontwikkelen mbt de indruk die uitspraken van Steiner op je innerlijke beleving maken, je impressie. En dan te kunnen leven met de materiële vaagheid ervan, met toch een sterk gevoel van innerlijke zekerheid. En dan lijkt het of mensen allemaal een ander beeld hebben van de geestelijke wereld en dat zou best kunnen omdat het geen fysieke wereld is, waarvan we allen hetzelfde beeld hebben, want ons beeld van de geestelijke wereld hangt samen met de innerlijke ervaringen die we in ons fysieke leven hebben opgedaan. Het lijkt mij dat we in de geestelijke wereld na ons overlijden alleen die persoonlijkheden ontmoeten waarmee we een positieve dan wel negatieve innerlijke ervaring hebben gehad, of die dat met ons hebben gehad. En daar kunnen we ons aan ontwikkelen.

Geef een reactie op Haike Reactie annuleren