Een vraag werd gesteld: ‘Hoe denkt de antroposofie over geestesziekten?’ De huidige wetenschap ontkent dat iemand door onjuiste, verkeerde gedachten in geestesziekte vervallen kan. Hooguit zou overmatige inspanning wat betreft geestelijke arbeid het zenuwgestel en de hersenen ziek kunnen maken, maar niet de geestelijke inhoud. Geeft de antroposofie dit ook toe?’
Antwoord: De huidige medische wetenschap weet weliswaar niets met betrekking tot de wetmatige samenhangen in hogere werelden; wat echter de genoemde bewering betreft, ligt hier zeer zeker een waarheid aan ten grondslag. Wat men geestesziekte noemt en wat als zodanig een aandoening van fysieke organen is, kan ook alleen zijn directe oorsprong in fysieke feiten hebben. Een verkeerd gevoel, een foute gedachte hebben hun schadelijke werkingen in eerste instantie in hogere werelden, en ze kunnen alleen indirect op de fysieke wereld terugwerken.
Wie dus alleen van de wetten van de fysieke wereld spreekt en andere niet kent, zou dus een fout maken als hij een in de aangeduide richting gaande invloed van de geest op de hersenen zou willen toegeven. De huidige medische wetenschap heeft dus vanuit hun standpunt gelijk. Vanuit hun visie zouden waanzinnige gedachten alleen het gevolg van een ziek brein kunnen zijn, omgekeerd kan een ziek brein niet het gevolg van verkeerde gedachten zijn.
Wordt vervolgd
Bron: Rudolf Steiner – GA 34 – LUCIFER- GNOSIS 1903-1908/ GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE – juli 1904 (bladzijde 363 -364)
Eerder geplaatst op 30 oktober 2017 (13 reacties)