Ik weet dat oppervlakkige critici kunnen zeggen: Je bent een dwaas, je gelooft dat spirituele krachten van buiten naar je komen, terwijl ze alleen opstijgen vanuit het eigen innerlijk. – Laat ze mij voor een dwaas houden. Ik vind hetzelfde van de slimheid van mensen die niet de honger van een stuk brood kunnen onderscheiden. Ik weet hoe spirituele krachten van buitenaf in de mensen stromen.
Net zoals men alleen als men een dwaas is, kan geloven dat de honger zelf het brood produceert dat hem stilt, net zomin produceert de kracht van onze ziel de krachten, die we voor spiritueel werk nodig hebben: ze moeten in ons binnenstromen, moeten ons toevloeien. En net zoals we heel goed weten dat de honger in ons is en het brood van buiten komt, als we niet gek zijn, net zo weet degene die in geestelijke werelden leeft, wat in hem is en wat van buiten komt.
Bron: Rudolf Steiner – GA 152 – Vorstufen zum Mysterium von Golgatha – Bazel, 1 juni 1914 (bladzijde 163-164)