Wanneer de leraar zich overgeeft aan zijn melancholische temperament, wanneer hij met zijn melancholische temperament teveel met zichzelf bezig is, zodat, je zou willen zeggen, de verbinding met geest en ziel van het kind voortdurend verbroken dreigt te worden, de verbinding met het gevoelsleven verkilt, dan is de invloed van de melancholische leraar op het kind eigenlijk zo, dat het kind zijn gevoelsbelevingen voor zich houdt en in plaats van deze te kunnen uiten, in zichzelf laat verzinken.
Daardoor wordt het zich laten gaan door de leraar met het melancholische temperament voor het latere leven van een kind, dat een melancholische leraar tegenover zich had staan zo, dat adem en bloedsomloop onregelmatig worden. Degene die nu als leraar niet alleen de kinderperiode voor de pedagogiek in ogenschouw neemt, of als arts, wanneer de mens een bepaalde ziekte heeft, niet alleen die leeftijd bekijkt waarmee hij nu te maken krijgt, maar samenhangend het hele mensenleven kan overzien, zal de oorsprong van vele hartkwalen die in het veertigste, vijfenveertigste levensjaar optreden, moeten zoeken in heel die sfeer die door de melancholische leraar die zich laat gaan in het individuele opvoeden en lesgeven teweeg gebracht wordt.
Bron: Rudolf Steiner – GA 308 – Die Methodik des Lehrens und die Lebensbedingungen des Erziehens – Stuttgart, 8 april 1924 (bladzijde 18)
Nederlandstalige bron: Rudolf Steiner – De wordende Mens – vertaling: Pieter H.A. Witvliet – Uitgeverij Pentagon
Eerder geplaatst op 30 september 2017 (14 reacties)
Dat lijkt me een grote verantwoordelijkheid voor een leraar die melancholisch is. Ik hoop dat Steiner ook aangeeft hoe je gezondmakend met je melancholie kunt leren omgaan! En trouwens, je hebt nooit één enkel temperament, dus je kunt jezelf zó ontwikkelen dat je andere temperamenten zich kunnen versterken in bepaalde situaties.
zijn die verstrekkende gevolgen geen reden om de klas ieder jaar een andere leerkracht te geven, in plaats van jarenlang dezelfde leerkracht zoals in de vrije school wordt nagestreefd?
Ja, daar is veel voor te zeggen. Maar aan de andere kant is het toch ook een groot voordeel dat een leraar jarenlang dezelfde leerlingen heeft. Dan leert de leraar de leerlingen veel beter kennen en kan dan ook beter beoordelen hoe het kind te behandelen, waar de talenten en capaciteiten liggen enz.
Gelukkig heb je als mens niet een temperament, maar vier. Waarvan er twee altijd iets sterker aanwezig zijn/naar voren komen dan de overgebleven twee, wat niet wil zeggen dat die laatste twee helemaal geen invloed hebben. Daar komt bij dat ook de temperamenten beïnvloedbaar zijn.
Heb ik altijd gedacht cholerisch te zijn, blijkt dat onverwerkte boosheid te zijn opgelopen op mijn 11e door een zwaar traumatische ervaring. Daar ben ik zeer recentelijk achter gekomen. Zeiden professionals binnen de antroposofie: Artsen, psychologen enz dat ik cholerisch was, ze zijn er allemaal in getuind en het is ze ook niet kwalijk te nemen, want het zat heel diep. Net zo goed als ik denk dat een niet antroposofisch werkend arts of psyc het er ook niet uit gehaald zou hebben.. Overigens wil ik deze ervaring niet naar voren brengen als het ultieme bewijs of zo…
Dus kinderen worden nooit aan een temperament bloot gesteld.
Als dat zo zou zijn, geldt dat voor ieder mens; dan kan je ook de vraag stellen of kinderen niet elk jaar een andere ouder zouden moeten hebben omdat ze anders teveel aan dat ene temperament worden onderworpen met alle gevolgen van dien..
Ja, nogal ingewikkeld allemaal. Toch kun je wel in je handelingen je temperament leren onderscheiden. De kwetsbare plekken zijn een mooi oefen terrein om een temperament tot evenwicht te brengen. Je temprament speelt daarin een belangrijke rol .Iemand met Flegma wordt niet snel boos maar onderdrukt het meestal en een melancholisch mens gaat ten onder in zelfmedelijden en trekt zich terug in zijn schulp enz….het is een bespiegeling tot een zelfkennis.