Alleen als u de geestelijke wereld leert kennen, kunt u ook de materiële wereld begrijpen. Geesteswetenschap is niet iets voor zonderlingen, maar juist iets voor de meest praktischen onder de practici. Alle bestaan is geest. Zo waar als ijs water is, zo waar is ook de materie geest. Of mineraal, of plant, of dier, of mens, ze zijn geest in verdichte vorm.
Bron: Rudolf Steiner – GA 100 – Menschheitsentwickelung und Christus-Erkenntnis/Theosophie und Rosenkreuzertum – Kassel, 16 juni 1907 (bladzijde 26)
Eerder geplaatst op 1 augustus 2017 (1 reactie)
De grote Rudolf Steiner Citatensite 
Dat zou betekenen dat we nu in een verdichte geestelijke wereld leven, want ‘materie is geest’. En materie is ontstaan vanuit de oerknal 13,8 miljard jaar geleden. Toen is ook ruimte en tijd ontstaan, zo zeggen wetenschappers. En wat was er dan voor de oerknal? Omdat er toen blijkbaar nog geen ruimte en tijd was, was er fysiek gezien dus niets! Ik zou zeggen, alleen geestelijke werkelijkheid, die nog niets met fysiek-ruimtelijke wetmatigheden van doen had. En dat kunnen begrijpen, dat lukt niet met je fysieke hersenen . . . .
Als jong kind vroeg aan mijn grote broer…..als nu alles weg is, de huizen, de mensen, de dieren, wat is er dan? Hij zei….niets!!! Maar er moet toch iets zijn? Nee zei hij, er is niets! Een grote bange triestheid overviel mij!
. . . en dan de vraag: wat is ‘niets’? Moeilijk voor te stellen, want er is dan ook geen leegte.
Zeker is er leegte. Alles wat vorm heeft verschijnt in de leegte. Helemaal correct staat het hier niet weergegeven (Zou Steiner dat echt zo gezegd hebben?) Geest is de scheppende kwaliteit, bewustzijn is de waarnemende kwaliteit. Beiden aanwezig in de (ook jouw) geest.
In de uiterlijke wereld is de materie onbezield (Op dat punt ben ik het oneens met Steiner of hij is verkeerd geïnterpreteerd.) Het is Geest wat de materie vorm geeft, ook jou als fysieke verschijning.
Zodoende leven we in een wereld waarin we gedeeld zijn in fysieke verschijningen, maar waarin we allemaal met hetzelfde licht zien. Het ‘zien’ op zijn beurt is weer leeg.