Wie de liefde zo kent, dat hij weet dat liefde er is om schulden te betalen en dat zij geen voordeel voor de toekomst inhoudt, die is een christen. De aard van de liefde begrijpen – dat is christen zijn.
Dour louter en alleen maar geesteswetenschap met haar ‘karma’ en ‘reïncarnatie’ kan men een grote egoïst worden,wanneer men de liefdesimpuls, de Christusimpuls daar niet in betrekt; pas wanneer dat gebeurt, vindt men datgene wat het egoïsme van de geesteswetenschap overbrugt.
Het evenwicht vindt men wanneer men de Christusimpuls begrijpt. Antroposofie wordt nu aan de mensheid gegeven,omdat de mensheid haar nu nodig heeft. Maar er schuilt een groot gevaar in, namelijk dat wanneer men zich uitsluitend met antroposofie bezighoudt en de Christusimpuls, de impuls van de liefde. daar niet in laat doorwerken, de mensen door de antroposofie het egoïsme in henzelf steeds meer laten uitgroeien, totdat het uiteindelijk over de grenzen van de dood heen grijpt. daaruit moeten wij niet de conclusie trekken dat men zich niet met antroposofie moet bezighouden, maar wij moeten leren inzien dat begrijpen wat liefde in wezen is, ook deel uitmaakt van antroposofie.
Bron: Rudolf Steiner – GA 143 – Die Liebe und ihre Bedeutung in der Welt – Zürich, 17 december 1912 (bladzijde 210)
Overgenomen uit het boekje Nervositeit – Wijsheid – Liefde / Vertaling Margreet Meijer-Kouwe / Uitgeverij Vrij Geestesleven 1976 (bladzijde 68-69)
Het woord theosofie komt zes keer voor in dit tekstfragment. Daarvoor heb ik in de plaats gezet ‘geesteswetenschap’ of ‘antroposofie”.