In het algemeen is het zo, dat de vrouwelijke hersenen gemakkelijker bruikbaar zijn om spirituele gedachten op te nemen

Probeer u nog eens te herinneren wat ik al vaker gezegd heb in verband met het ‘vrouwelijke’ en ‘mannelijke’, nl. dat het vrouwelijke element in zekere zin – niet als individu, als vrouw als zodanig, maar als het ‘vrouwelijke’ – niet geheel op het fysieke plan is neergedaald, terwijl de man – alweer niet het individu, niet de man als persoon, maar het ‘mannelijke’ – te ver is doorgeschoten, zodat in werkelijkheid de waarheid, het werkelijke menszijn ligt tussen man en vrouw. Daarom wisselt in de aparte incarnaties de mens als zodanig van geslacht. 

Het is nu eenmaal zo, dat de vrouw als vrouw door de andere bouw van de hersenen, door de andere manier, waarop ze de hersenen gebruiken kan, de spirituele gedachten makkelijker kan opnemen. de man daarentegen is er veel meer op aangelegd – juist door zijn uiterlijke lichamelijkheid – zich meer in zijn gedachten met het materialisme bezig te houden,omdat zijn hersenen wat stugger zijn, om het zo eens wat grof uit te drukken. De vrouwelijke hersenen zijn weker, niet zo eigenzinnig, niet zo in zichzelf verhard- daarmee is dus niets over de persoonlijkheid als zodanig gezegd. 

Dit hoeft niemand zich ten goede of ten kwade aan te rekenen, want op menig vrouwenlichaam zit een behoorlijk eigenzinnig hoofd, om van het tegendeel maar niet te spreken. Maar in het algemeen is het zo, dat de vrouwelijke hersenen gemakkelijker bruikbaar zijn als het erom gaat, iets bijzonders te begrijpen, als de goede wil tenminste aanwezig is. Daarom laat de schrijver van het Evangelie ook als eersten vrouwen optreden, als het Mysterie van Golgotha zich voltrokken heeft.

Bron: Rudolf Steiner – GA 139 – DAS  MARKUS-EVANGELIUM – Bazel, 24 September 1912 (bladzijde 197-198)

Nederlandse vertaling door A. Goedheer-de Keizer uit Rudolf Steiner – Het Markus-Evangelie (bladzijde 212-213)

548x840