Menige oogziekte op oudere leeftijd komt eruit voort dat de mens als kind te veel met aardappelen is gevoed. De mens wordt dan slechtziend, krijgt zwakke ogen. Het is werkelijk zo dat de mensen in Europa vroeger in de ouderdom veel minder slechtziend werden dan tegenwoordig. En dat komt doordat, behalve dat wat anders op de ogen werkt – maar dat werkt niet eens zo sterk, omdat het niet innerlijk werkt, elektrisch licht en dergelijke -, het overmatig aardappelgenot zeer schadelijk op de ogen, op het gezichtsvermogen en zelfs op het smaakvermogen werkt – zelfs op het smaakvermogen!
Ziet u, dan blijkt namelijk het volgende. Stel dat een mens al in de kindertijd te veel aardappelen eet. Bij zo’n persoon zult u op latere leeftijd zeer vaak zien dat hij nooit weet, wanneer hij genoeg heeft, omdat zijn smaak bedorven is door het aardappelgebruik, terwijl een mens die niet te veel aardappelen heeft gegeten, meteen door zijn instinct weet wanneer hij genoeg heeft.
Bron: Rudolf Steiner – GA 352 – Natur und Mensch in geisteswissenschaftlicher Betrachtung – Dornach, 23 januari 1924 (bladzijde 59)
Eerder geplaatst op 23 juni 2017 (7 reacties)
Wat een foto
Oei dat bordje friet hmmmm
Dat zijn vast geen BD Frieten…… 😇😇
Ik begrijp het: jullie hebben ook slechte ogen! Het is gewoon patat!!
👌👍 Dan nog durf ik vol te houden dat hoogst waarschijnlijk geen BD patatten zijn…
Ik zal je eens een sterk staaltje vertellen. Ik heb van mijn 15de tot mijn 65ste een bril gedragen voor bijziendheid. Maar na mijn 65ste merkte ik dat ik scherper zag als ik de bril afzette. Nu draag ik die bril niet meer, alleen een leesbril.
Wauw!! Wat goed zeg… De bril is met pensioen op 65 jarige leeftijd.
Haike 🙂
Ridzerd, ik geloof dat jij mie en dergelijke op het menu hebt/had staan. Niet enkel aardappelen en dat je ook een matige eter bent/was?
Met andere woorden: kun je je spiegelen aan wat Steiner schetst?
John, in mijn kinderjaren kreeg ik zowat elke dag aardappelen, maar wij aten allemaal matig. Dat is maar goed ook, want het was een gezin met 9 kinderen. Als we veel hadden gegeten, dan had mijn moeder wel in een wasketel moeten koken.🙂 Ik herinner me ook dat we vaak gehaktballen hadden, maar dat waren maar heel kleine balletjes, ik denk 40 gram per stuk.
Helder. Zinvol steinercitaat. Zo’n wasketel werd trouwens vroeger bij ons ook wel gebruikt als ‘badkuip’. We hadden toen nog geen douchevoorziening en waren uiteraard als kind nog klein van stuk. Het was behelpen toen, maar ik kijk op mijn kindertijd in algemene zin met een goed gevoel terug. Zulke herinneringen krijgen bij mij bij het ouder worden een zekere innigheid. Uit ‘kluiten wassend’ werd die wasketel al snel te klein en volgde een tijdlang bezoek aan een plaatselijk badhuis. Daarna werden in de woningen van onze arbeidersbuurt douches ingebouwd. Bij ons werden ook veel aardappelen gegeten. En ik weet nog wel dat we samen veel rond de tv zaten. Er werd niet veel gelezen in ons gezin. Kan me avonden herinneren dat we naar Eén van de acht keken met Mies Bouwman. Mijn moeder haalde dan de friteuse uit de kast en dan aten we bij het kijken patat. Ze bedoelde het goed en we genoten er van.
Hier de laatste aflevering van die spelshow die erg populair was:
En nu toch even op een sentimental journey zit, denk ik ook even aan een muzieknummer van Wim Sonneveld. Rotterdam is geen dorp, maar ik begrijp het heel goed. Tijden veranderen en nu zitten we midden in de 21e eeuw.
Verbetering verschrijving, zinsnede laatste alinea: ‘En als ik nu toch even…‘
Vind het trouwens goed dat BBB, De Boer Burg Beweging, in de Tweede Kamer is gekomen. Voor de Dierenpartij heb ik zeker sympathie, maar tegelijk vind ik dat boeren voor zichzelf mogen opkomen.
De Boer Burger Beweging.
Leuke jeugdherinneringen, John. De tijd van de wastobbe herinner ik mij ook nog goed. Mijn moeder bakte nooit patat maar één keer per week op zaterdag haalden wij een hele grote zak ras super friets bij snackbar de Polle. Die aten we dan thuis met zijn allen op. Mijn moeder bakte er dan fishsticks bij.
Mooi. Het was bij ons ook één keer per week. Een lekkernij bij een fijn samenzijn. Wel een enorme tegenpool voor mij. In mijn jaren als zestiger (nu 62) ben ik, afgezien van werkcontacten, een volstrekte einzelgänger. Maar dat geeft niet, integendeel. Alles mag worden geproefd; ook het leven, levensbeproevingen. Je hele leven door, levenslang. Toekomst, heden en verleden omspoelen elkaar.
En nu ik het toch over leeftijd, levensloop en levenswendingen heb en over tijden die uiteraard veranderen, Mieke Mosmuller schreef me onlangs dat ze dit jaar 70 jaar is geworden. Een mooie leeftijd. In haar videoblog dat vandaag verscheen kijkt ze evaluerend ook terug en vooruit. Zie:
In mijn ogen ben je niet eens zo’n grote Einzelgänger, John. Je werkt nog en gaat naar antroposofische lezingen enz. Ik kom zowat nergens, maar dat vind ik niet erg.
Dat is waar Ridzerd. Zo kun je het ook bekijken. Het is voor mij denk ik ook die lockdown. Verlang onder andere naar openstelling van het Sieboldhuis, dat is het Japanmuseum te Leiden. Werk daar samen met fijne collega’s. Het begrip einzelgänger hoeft overigens niet op eenzaamheid of contactloosheid wijzen. Bij mij en vele andere mensen gaat het om een eigen weg gaan, hoe moeilijk dat soms ook kan zijn, samenhangend met individualiserings- en emancipatieprocessen. En dan zij daar tegenwoordig ook nog een waterscheiding tussen fysieke en digitale contacten. Achter die digitale contacten gaan natuurlijk echte mensen ‘schuil’. Zelf vind ik het prettig dat mensen opereren onder hun echte naam, hoewel ik kan begrijpen dat er zijn die dat niet doen. Maak daar ook geen bezwaar tegen.
Maar goed, om de zaak ‘kort te sluiten’. Een raadsel: wat is het verschil tussen een einzelgänger en een eigenheimer?
Beste Ridzerd,
ik vind het lovenswaardig hoe je fragmenten uit Steiners werk voor het voetlicht brengt, en zoals het vaak gaat: als er niks op aan te merken is hoor je ook niks, en als iemand wél iets aan te merken heeft, krijg je een reactie. Het is maar een klein dingetje hoor. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat Steiner het over chips en patat heeft gehad. Het staat wel cursief en tussen haakjes in bovenstaande blogpost, maar er staat toch niet bij dat het een toevoeging van jou is, en niet bij het citaat hoort. Ik vind dat niet correct, want de indruk kan ontstaan dat Steiner dit zo gezegd heeft. Ik heb inmiddels in de betreffende GA (352) opgezocht dat hij het daar niet over chips en patat heeft. Dat zou ook uitermate vreemd zijn, aangezien chips en patat in Steiners tijd nog niet op de manier bestonden die wij als ‘na-2e-wereldoorlogse’ welvaartsmensen kennen.
Met vriendelijke groet, en overigens veel dank voor al het werk dat je hier op dit blog verzet!
Taco Sorgdrager
Ja, ik zal er even RvD bij zetten. Ik was er vanuit gegaan dat het zonder die toevoeging wel duidelijk zou zijn dat het niet door Steiner gezegd is.
Bij mij was in ieder geval direct duidelijk dat jij het was die voorbeelden gaf en verder actualiseerde (met zakken chips), Ridzerd. Had daarom van mij mogen blijven staan.
Ja, veel maakt het niet uit, John. maar om te voorkomen dat toch sommigen denken dat Steiner hetgezegd heeft heb ik het maar weggehaald.
Ik snapte het ook onmiddellijk. Er toch niks mis met een beetje zelfstandig nadenken??
Het is prima zo, Ridzerd. De wens van Taco en anderen die daar ook zo over denken kan ik ook begrijpen.
Of beter nog: ik heb de toevoeging maar weggelaten.
Dank! Ik denk ook dat dat beter is inderdaad. Fijn dat je er zo snel op reageert.
Aardappels (geschild en gesneden) kun je koken, frituren of bakken. Geprepareerd kun je ze tegenwoordig ook met een oven of magnetron bereiden. Volgens een wikipedia artikel werden er (onder andere mag ik aannemen) in Rotterdam begin 20e eeuw al ‘patat friet’-huizen gesignaleerd: Friet – Wikipdia. Zie daarnaast het artikel Fish and chips.
Deelcitaat:
” […] De fish and chips is van oorsprong een samengestelde maaltijd van enerzijds pescado frito, een visgerecht dat gevluchte Sefardische Joden in de 16e eeuw uit Spanje en Portugal meebrachten, in combinatie met de Frans-Belgische traditie van het bakken van aardappelen tot friet. […] .
Het ging Steiner niet om de bereidingswijze en vorm, maar om de werking van de aardappel.