Ik heb de laatste keer al gewezen op het interessante boek met de biografie van de blinde en doofstomme Amerikaanse Helen Keller. We zien hier een geestelijk leven dat totaal anders is. Stel u eens voor hoe de wereld eruit zou zien als u geen oren en geen ogen zou hebben. Zo was het gesteld met Helen Keller. Zij heeft echter een universitaire opleiding doorlopen en bezit een vorming als iemand die de universiteit achter de rug heeft. We zien hier hoe deze Helen Keller zich een rijkdom heeft gecreëerd in de fysieke wereld, die in wezen een heel andere schakering heeft, van een totaal andere aard is dan wat de fysieke mens anders bezit.
Zij zelf zegt: “Mensen die menen dat alle zintuiglijke indrukken ons via het oog en het oor bereiken, waren verbaasd dat ik een verschil merk tussen de straten van de stad en de wegen op het land. Ze vergeten daarbij dat mijn hele lichaam reageert op de omgeving. Het lawaai van de stad prikkelt sterk al mijn zenuwen. Het dissonante, turbulente met zijn schrille indrukken, het simpele gekletter van de machines is des te kwellender voor de zenuwen doordat mijn aandacht niet wordt afgeleid door steeds wisselende beelden, zoals bij andere mensen het geval is.”
Voor deze bijzonder georganiseerde natuur is de wereld om haar heen al compleet anders. En nog heel anders is het nu wanneer op het moment van overlijden – de ziener kan dit beschrijven omdat hij door zijn bovenzintuiglijke verzinking in zekere zin in staat is door de poort van de dood te gaan – het fysieke oog niet langer de bemiddelaar is, wanneer niet meer de uiterlijke indrukken ons via het fysieke oor bereiken.
Bron: Rudolf Steiner – GA 53 – Ursprung und Ziel des Menschen / Grundbegriffe der Geisteswissenschaft – Berlijn, 17 november 1904 (bladzijde 155-156)
Helen Keller (27 juni 1880 – 1 juni 1968)