We moeten niet alleen bij individuele mensen van karma spreken; de mens mag zich niet als afzonderlijk wezen beschouwen, dat zou heel fout zijn, net zo fout als wanneer de afzonderlijke vinger van onze hand zich als een afzonderlijk wezen zou willen voelen. Even ver als de vinger zou komen, als hij zich van het organisme zou willen afzonderen, zou de mens komen als hij enkele mijlen boven de aarde zou willen opstijgen.
Daarom is de mens, als hij in de geesteswetenschap doordringt, wel genoodzaakt om aan de hand van deze kennis in te zien dat hij zich niet aan de illusie mag overgeven op zichzelf als afzonderlijk wezen te kunnen bestaan. Zo is het in de fysieke wereld en nog veel meer in de geestelijke wereld. De mens behoort tot de gehele wereld en heeft ook zijn lot in het geheel. Het karma betreft niet alleen de individuele mens, maar het beïnvloedt ook het leven van hele volken.
Bron: Rudolf Steiner – GA 100 – THEOSOPHIE UND ROSENKREUZERTUM – Kassel, 22 juni 1907 (bladzijde 86-87)
Zie ook: Over karma en besmettelijke ziekten
Eerder geplaatst op 30 april 2017 (5 reacties)