U moet eraan denken dat de mens behalve dat hij hier zijn leven tussen de geboorte en de dood doormaakt, steeds weer een leven tussen de dood en een nieuwe geboorte doormaakt. Net zoals we hier de ervaringen hebben door de werktuigen van ons lichamelijk wezen, zo hebben we de ervaringen tussen dood en nieuwe geboorte, en deze ervaringen zijn beslist niet zonder betekenis voor wat we hier doen, terwijl we in het fysieke lichaam ons aardse bestaan doorbrengen.
Deze belevenissen zijn echter ook niet zonder betekenis voor wat überhaupt op de aarde gebeurt. Want slechts een klein deel, en wel een tamelijk gering deel van wat hier op aarde voorvalt, is afkomstig van de in het fysieke lichaam levenden. De doden werken voortdurend in op onze fysieke wereld. En de krachten waarvan de mens tegenwoordig in het materialistische tijdperk helemaal niet spreken wil, zijn er toch. Er zijn voortdurend uit de spirituele wereld niet alleen van de wezens van de hogere hiërarchieën uitgaande krachten hier in de aardse wereld aanwezig, die onze fysieke omgeving configureren, doordringen, maar er zijn ook krachten doordrenkt in wat ons omgeeft, wat ons aangrijpt (Duits: ergreift), die van de dode mensen uitgaan.
Zodat over het mensenleven een volledig geheel alleen kan worden ervaren als men uitziet boven wat de zintuiglijke ervaring en ook de historische ervaring hier op de aarde geven kan. Wat aanwezig is aan zulke krachten, is echter uiteindelijk ook enkel en alleen wat in feite de gehele mens, het gehele verloop van de menselijke ontwikkeling op aarde begrijpelijk maakt.
Bron: Rudolf Steiner – GA 196 – Geistige und soziale Wandlungen in der Menschheitsentwickelung – Dornach, 18 januari 1920 (bladzijde 89)
Leopoldine Steiner (1864-1927) zuster van Rudolf Steiner
Eerder geplaatst op 25 maart 2017 (2 reacties)