Ik heb u er opmerkzaam op gemaakt dat het vijfde na-Atlantische tijdperk (1413-3573) het probleem zal moeten oplossen, hoe menselijke gemoedstoestanden (Duits: Stimmungen), de beweging van menselijke gemoedstoestanden zich in golfbewegingen op machines laten overdragen, hoe de mens in verband gebracht moet worden met een steeds meer mechanisch wordende omgeving. […]
Deze dingen moeten niet behandeld worden alsof men ze zou moeten bestrijden. Dat is een zeer verkeerde opvatting. Deze dingen zullen niet uitblijven, ze zullen komen.
Het gaat er nu om of in het wereldhistorisch verloop dit in gang gezet wordt door mensen, die met de grote doelen van van de aarde-evolutie vertrouwd zijn en tot heil van de mensen deze dingen ontwikkelen, of dat ze in gang gezet worden door mensengroepen die ze alleen in egoïstische of groepsegoïstische zin gebruiken.
Daar gaat het om. Niet op het wát komt het in dit geval aan, het wát komt zeker; op het hóe komt het aan, hoe men de dingen aanpakt. Want dat het zal gebeuren, ligt simpelweg in de zin van de aarde-ontwikkeling. Het samengaan (Duits: Zusammenschmieden) van het mensenwezen met machines, dat zal voor de rest van de wereldevolutie een groot, belangrijk probleem zijn.
Bron: Rudolf Steiner – GA 178 – Individuelle Geistwesen und ihr Wirken in der Seele des Menschen – Dornach, 25 november 1917 (bladzijde 218-219)
Eerder geplaatst op 13 oktober 2017 (3 reacties)