Voor de laagste en de hoogste aandriften heeft de mens zijn zintuigen nodig. Ook in de kunst gebruikt hij ze. Als de mens eenmaal alles uit de wereld als het ware opgezogen heeft, heeft hij geen zintuigen meer nodig. Tussen geboorte en dood went de mens zich eraan om de wereld door zijn zintuigen waar te nemen. Deze gewenning moet hij na de dood langzaam afleggen. Wil hij ook dan nog zijn zintuigen gebruiken voor het bezien van de wereld, dan bevindt hij zich in de toestand die men kamaloka noemt.
Het is een toestand waarin de begeerte er nog is om door de organen waar te nemen, die er echter dan niet meer zijn. Als de mens zich na de dood zou kunnen zeggen dat hij geen lichaamsorganen meer nodig heeft, dan zou er voor hem geen kamaloka meer zijn. In het devachan nu wordt alles van binnenuit waargenomen, zonder organen, wat de mens voorheen in het leven in zijn omgeving door zijn organen heeft waargenomen.
Bron: Rudolf Steiner – GA 93a – Grundelemente der Esoterik – Berlijn, 27 september 1905 (bladzijde 25-26)
Eerder geplaatst op 8 februari 2017 (5 reacties)
Dat alles staat zo helder beschreven in het boek “Sigward” er schijnt zo te zijn, dat mensen honderden jaren in het kamaloka verblijven of slapende door het devachan gaan. Die gaan daar onbewust doorheen.
Sigward staat hier in de kast; zowel de originele uitgave in drie deeltjes in cassette onder de titel ” Brücke über den Strom: Mitteilungen aus dem Leben nach dem Tode”. Als de latere die in het Nederlands verschenen is onder de titel ‘Sigwart: Bericht uit het leven na de dood’. In linnen met goudopdruk verschenen bij Kamerling in Apeldoorn.
Maar ik kan me niet herinneren dat daar beschreven wordt dat je honderden jaren in het Kamaloka verblijft. Steiner heeft het over een tijdspanne van ± 1/3e van je laatste incarnatie. Stel dat je 60 jaar oud bent geworden dan verblijf je dus 20 jaar in het Kamaloka waarin je terugkijkt op diezelfde, laatste incarnatie. Dat terugkijken doe je overigens vanaf je je laatste levensmoment en dan terug naar steeds jonger tot aan de geboorte hier op Aarde. Terug naar je kindertijd. Daar wordt in de Bijbel over gezegd: “Wie niet gelijk de kinderen God’s kan worden, zal nooit het Hemelrijk God’s betreden”.
Dat terugkijken kan dus mislukken neem ik dan maar aan, zeker omdat Steiner daar ook een oefening voor gegeven heeft die onderdeel uitmaakt van de zogenaamde ‘ Nebenübungen” waarin je dat terugkijken tijdens je verblijf hier alvast kan oefenen.
Maar er zijn ook mensen die niet eens mee hebben gekregen dat ze hun fysieke Aardse leven allang hebben afgelegd, laat staan dat ze bezig zijn met terugkijken. Die zijn dan niet eens in het Kamaloka maar verkeren nog steeds in Aardse sferen. Ik heb dat uit eerste hand van een helderziende die werkte in het gebied tussen Nijmegen en Arnhem. Daar waar in WO II de slag om Arnhem plaats vond en wat op zo’n gruwelijk debacle uitliep.
Jaren later kwam ik in het boek ‘ De Jongen die helder zag’ van Cyril Scott, ISBN 9789020256062 een dergelijke situatie tegen. Die situatie speelt zich af in Engeland aan het begin van de Negentiende Eeuw.
Ik probeer me in te leven in waarnemen zonder zintuigen . . . .