Door weinig anders ontwikkelt men zich meer op de eerste treden van de geestelijke ladder, als daardoor dat men zich een tijdlang in zijn diepste innerlijk het zwijgen oplegt. Ik win veel doordat ik maanden, misschien jarenlang tegen mezelf zeg: nu wil ik heel bescheiden, helemaal niet zelf iets menen, maar nu eens zelfloos vreemde meningen in mijn innerlijk laten leven. Totaal wil ik onderduiken in vreemde gewaarwordingen, gevoelens en gedachten. Onzelfzuchtig verwijd ik daardoor mijn zelf, terwijl ik het zelfzuchtig vernauw, wanneer ik keer op keer alleen mijn eigen meningen uit mijn eigen wezen als golfslag aan de oppervlakte van mijn leven wil laten opspelen.
Bron: Rudolf Steiner – GA 34 – LUCIFER- GNOSIS – ÜBER DAS VERTRETEN DER PERSÖNLICHEN ÜBERZEUGUNG – april 1904 (bladzijde 454)
Vertaling: John Wervenbos
Eerder geplaatst op 18 januari 2017
Wat mooi dat je dit naar boven haalt, Ridzerd. Dank je. Probeer het bovenstaande met de nodige gelatenheid eens waar te maken in deze tijd… Een opgave. Je met bezonnen- en gelatenheid niet laten meeslepen door de waan van de dag, je er niet door in beslag laten nemen en door laten meeslepen, maar ondertussen toch goed en onbevangen waarnemen wat er gaande is. Deze steinertekst doet me persoonlijk denken aan een zelfreflectie die ik zes juli jongstleden op Weekjournaal Bewustzijnsziel plaatste: Lemniscaat.
Nu zou ik de steinertekst, een paar jaar geleden door me vertaald, op één punt anders vertalen. ‘Zelfloos’ zou ik vervangen door ‘onzelfzuchtig’. Als je het daar mee eens bent, kun je dat dan misschien wijzigen, Ridzerd?
Deze steinertekst, deze notie, kan goed naast het 22e hoofdstuk van de biografie van Rudolf Steiner worden gelegd; een specifieke levensepisode en nieuwe ontwikkelingsgang die hij daar beschrijft: In und mit Gegensätzen leben können (bladzijde 316 t/m 330 van Mein Lebensgang, GA 28).
Misschien kan zelfloos wel blijven staan bij ‘vreemde meningen’ en bij ‘verwijd’ beter worden vervangen door onzelfzuchtig.
Ik heb het nu gewijzigd, John. Dank voor de tip uit de biografie van Steiner, ik zal eens zien, misschien zit er nog een mooi citaat in.
Ja het is wel een belangrijke tekst. Het gaat daar om een betekenisvol levensthema en een belangwekkende ontwikkelingsweg verbonden aan onbevangen en objectief waarnemen, ruimte maken voor het andere en voor anderen. Tekstueel betrekt Steiner daar niet direct de twaalf zintuigen bij (antroposofische zintuigleer), maar impliciet kunnen (en moeten) die daar natuurlijk wel bij worden gedacht. Dus onder andere het ik-zin(tuig), denk-zin(tuig) en taal-zin(tuig), waarmee (1) het ik, (2) het gedachteleven en (3) het taalgebruik van andere mensen in één (afzonderlijk) waarnemend mens in bewustzijn treedt, tot bewustzijn komt.
En dank je voor de kleine tekstwijziging.
Mooi citaat en van jullie ‘gesprekken’ John Wervenbos en Ridzerd leer ik veel. Het zet me altijd aan tot reflectie. Dank jullie wel.
👍
Fijn om te lezen, Liesbeth. Ridzerd en ik raakten in de loop der jaren op elkaar ingespeeld en onze onderzoeksprojecten lopen soms parallel.