Nu plaats ik eens geen citaat van Steiner, maar een overdenking van mijzelf. Het heeft mij vaak nogal bedrukt dat het wel lijkt of volgens de antroposofie zowat alles verkeerd is. Slechts een paar voorbeelden zal ik daarvan noemen. Wat zegt Steiner bijv. over lichtbeelden?
‘Veel verschijnselen van het hedendaagse culturele leven werken destructief op het fysieke lichaam, bijvoorbeeld in het bijzonder ook de lichtbeelden, die het etherlichaam beslist beschadigen. Lichtbeelden prikkelen ook de zinnelijkheid.’
In de tijd van Steiner werd met lichtbeelden bedoeld de projectie met behulp van elektrisch licht van bijv. een foto op een wand. Zoiets als wat wel toverlantaarn wordt genoemd. Maar tegenwoordig hebben we televisie, bioscoop, computer, smartphone enzovoort, Allemaal lichtbeelden dus.
Ook sport, met name voetbal, schijnt heel erg te zijn. Daarover zegt hij:
Het is om uit je vel te springen (Duits: aus der Haut zu fahren) als men al die moderne sportaangelegenheden zoals bijvoorbeeld voetbal enzovoort ziet, hoe ze de mensen mechaniseren en hem niets geven (Duits: einfügen) van wat in hem geestelijk is, hoe zeer men zich dat ook inbeeldt. Alles wat men daar nastreeft is een bespotting van het geestelijke, hoe goed het ook bedoeld is.
Populaire muziek schijnt ook uit den boze te zijn, helemaal als het via elektronische apparaten wordt weergegeven. Ik weet niet precies waar hij het zei, maar bij bepaalde muziek zou men kwalijke demonen zien dansen of zoiets.
Lang geleden kwam ik wel eens bij een oude antroposofe. Zij was een soort opperhoofd van de Antroposofische Vereniging In Leeuwarden. Over muziek zei ze: ‘Het is niet erg om naar populaire muziek te luisteren, want daardoor komen de mensen juist vaak tot de klassieke muziek.’ Met andere woorden: klassieke muziek was wel hoog en edel genoeg, maar populaIre muziek eigenlijk niet.
Nu, ik houd veel van muziek, speel zelf ook zeer amateuristisch gitaar en keyboard, maar klassieke muziek vind ik nog steeds niet veel aan. Wel wat populaire klassieke muziek, maar van de wat zwaardere klassiek muziek moet ik niet veel hebben.
Met de voorbeelden die ik nu genoemd heb, kan menig mens in innerlijk conflict raken. Want aan sport, voetbal, bioscoop, computer, muziek enzovoort beleven ontelbaar veel mensen zeer veel plezier. En dat schijnt nu allemaal schadelijk te zijn.
En ik ben waarschijnlijk lang niet de enige die hiervan bedrukt raakt, want Steiner heeft het ergens over de ‘unendliche Schwierigkeiten’ van de antroposofen omdat ze denken dat hun leven ‘nicht geistig genug ist und so weiter’.
Overigens zegt Steiner duidelijk dat het heel verkeerd zou zijn om genoemde zaken te vermijden of te ontlopen, dat men niet wereldvreemd moet worden en zich aanpassen moet aan de huidige omstandigheden. Ook kan men door deze zogenaamde tegenwerkingen juist een sterkere kracht ontwikkelen, veel sterker dan wanneer deze tegenwerkingen er niet zouden zijn.
Maar dat er in de genoemde voorbeelden, dus lichtbeelden, sport en muziek op zichzelf ook heel veel positieve dingen zijn, daar heb ik Steiner zeer weinig over gehoord. Het kan echter zijn dat ik dit dan over het hoofd heb gezien. Maar het positieve aan genoemde zaken is dat men ook van alles kan ervaren en beleven, wat men niet zou ervaren en beleven als men het niet zou doen. En die ervaringen vormen en ontwikkelen de mens toch ook. Dat er schaduwkanten aan zijn, mag geen reden zijn om dan deze aangelegenheden te vermijden of ontlopen.
Want wie bijvoorbeeld zegt: ‘Ik kijk geen televisie en geen bioscoopfilms’, die mist behalve een hoop plezier ook veel dingen waar hij wat van leren kan, niet alleen verstandelijk maar ook in moreel opzicht. Het hangt er dan wel vanaf wat voor films het zijn, er is natuurlijk ook veel geweld, misdaad enz. te zien.
En wie muziek niet via elektronisch apparaten wil beluisteren, die krijgt dan zowat helemaal geen muziek te horen. En denk eens aan voetballers of sporters in het algemeen. Die maken van alles mee waardoor ze misschien wel een beter mens worden.
Mijn conclusie is: Wat men ook doet: overal zijn wel schaduwkanten aan, maar overal zijn ook goede kanten aan. Het is maar net wat iemand er zelf van maakt. Wie redeneert: ‘Ik doe dit niet, want het is niet goed’, die zou dan ook moeten zeggen: ‘Ik stop maar met eten, want als ik eet, loop ik het gevaar dat ik te ongezond of te veel eet, waardoor ik schade oploop voor mijn gezondheid.’