Niet gedachten, maar gevoelens verhinderen het inslapen

Als we diep nagedacht hebben, slapen we het gemakkelijkst in en als we niet in slaap kunnen komen, dan is het goed om een boek te nemen of ons met iets bezig te houden waarbij we ingespannen moeten nadenken, bijvoorbeeld een wiskundeboek, dat zal ons helpen om in te slapen; daarentegen niets wat onze diepere interesse heeft, zoals een roman waar veel in staat dat voor onszelf belang heeft. Hierbij komen onze emoties (Duits: Gemütsbewegungen)  op en onze emoties zijn het die ons verhinderen om in te slapen. Als we met een levendig bewogen gemoed in bed liggen, als we onze ziel met iets belast hebben, of als we een bijzondere vreugde in ons gemoed hebben, die nog niet is uitgeleefd, dan zullen we ons zeer vaak in ons bed omdraaien en niet in slaap kunnen komen. Terwijl de gedachten die niet met emoties gepaard gaan, ons vermoeien, zodat we gemakkelijk inslapen, verhindert juist datgene wat ons gemoed sterk beweegt het inslapen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 130 – Jeshu ben pandira – Leipzig, 4  november 1911 (bladzijde 107-108)

Eerder geplaatst op 29 december 2016

Intelligent en tegelijk immoreel zijn zal in de toekomst onmogelijk zijn

Als het nu nog zeer wel mogelijk is dat iemand heel verstandig is maar immoreel – in het tijdperk waar we naar toegaan zal het niet meer mogelijk zijn dat een mens tegelijk verstandig en immoreel is. Verstand en immoraliteit zullen niet meer hand in hand kunnen gaan.

Dit moet als volgt worden begrepen. Zij die zich afzijdig hebben gehouden en die de ontwikkeling hebben tegengewerkt, zullen de strijders zijn die dan allen tegen elkaar strijden. Zelfs zij die nu de hoogste intelligentie vertonen, zullen, als ze zich in de volgende tijdperken niet op het gebied van gevoel en moraal ontwikkelen, van al hun verstand weinig baat hebben. In onze tijd wordt de intelligentie het meest ontwikkeld. Die bereikt nu ook een hoogtepunt. Maar wie nu zijn intelligentie ontwikkelt en de volgende ontwikkelingstrappen voorbij laat gaan, die zal zichzelf door zijn intelligentie vernietigen. 

Dat zal dan werken als een innerlijk vuur dat hem verbrandt, verteert, klein en zwak maakt, zodat hij dom wordt en niets kan beginnen, een vuur dat hem zal vernietigen in het tijdperk, waarin de morele impulsen hun hoogtepunt hebben bereikt. Een mens kan nu nog zeer gevaarlijk zijn met al zijn immorele slimheid, maar dan zal hij onschadelijk zijn. 

In plaats daarvan zal de ziel echter steeds meer aan morele kracht winnen, en dat zal een morele kracht zijn waar de mens zich nu nog helemaal geen voorstelling van kan maken. Om de Christusimpuls op te nemen is de hoogste kracht en moraliteit nodig, zodat die impuls kracht en leven wordt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 130 – Das  esoterische  Christentum und  die geistige  Führung  der  Menschheit – Leipzig, 4 november 1911 (bladzijde 121-122)

Overgenomen uit Rudolf Steiner – Het esoterische christendom (vertaald door Hylcke Brandts Buys) – bladzijde 182-183

De ingewijden van vroeger vinden in onze tijd geen geschikte omstandigheden

Iemand die een geestelijke scholingsweg volgt gaat er van uit dat hij niet meer zal verliezen wat hij eens gewonnen heeft, bvb. wanneer hij in een leven laat ons zeggen zijn gierigheid overwonnen heeft, dat hij dan in volgende levens vrijgevig zal zijn en aan andere karaktereenzijdigheden kan werken. Eens men het dan zover gebracht heeft dat men in een of ander leven ingewijd is geworden, dan zou men kunnen denken dat men in een volgend leven kan verder bouwen op dit resultaat en nog hogere graden van inwijding kan bereiken. In onze tijd schijnt dat niet het geval te zijn. Voor de gewone mens is het bijna onmogelijk om een vroegere ingewijde te herkennen, meer nog: vroegere ingewijden geven dikwijls in onze tijd de indruk van een beetje geschift te zijn! In de karma-voordracht (GA 235 – 23 maart) van 1924 waar Rudolf Steiner het o.m. over Garibaldi heeft, spreekt hij terug over het leren lezen en schrijven. – Francois de Wit.

“Nu kom ik terug op de vraag: waar zijn de ingewijden van vroeger ? Want het lijkt erop dat ze hier nu niet leven. Ja, beste vrienden, nu moet ik mij echt een beetje paradoxaal uitdrukken: indien er tegenwoordig een mogelijkheid bestond dat de mensen geboren werden op hun 17de of 18de jaar, dus dat ze direct 17 of 18 jaar oud zouden zijn wanneer ze uit de geestelijke wereld aankomen, of indien hun tenminste bespaard bleef om school te lopen op de manier zoals dat nu gebruikelijk is, dan zoudt u vaststellen dat in mensenlichamen van nu vroegere ingewijden kunnen incarneren. Maar evenmin als het voor een ingewijde mogelijk is -onder gewone aarde-omstandigheden- om zich te voeden met ijzer wanneer hij brood nodig heeft, evenmin is het mogelijk om de wijsheid uit een vergane tijd zonder meer over te planten zoals men dat verwacht in een lichaam dat tot zijn 17de, 18de jaar gevormd werd op de manier die de huidige beschaving met zich meebrengt. Dat is op de ganse wereld niet mogelijk, tenminste niet waar er beschaving is is het mogelijk. Daar zijn zaken mee gemoeid die buiten de horizon van een modern ontwikkeld mens liggen. Wanneer men zich, zoals dat nu gebruikelijk is, de tegenwoordige lees- en schrijfvaardigheden moet eigen maken vanaf zijn zesde, zevende levensjaar, dan is dat zo’n folter voor de ziel die zich wil ontwikkelen volgens haar bijzondere eigen aard, dat … ja, ik kan maar herhalen wat ik reeds in mijn levensbeschrijving gezegd heb: vele hindernissen (om helderziend te worden – fdw) heb ik kunnen opruimen dankzij het feit ik op mijn twaalfde nog niet zonder fouten kon schrijven, ik kon zelfs helemaal niet ordentelijk schrijven. Ik heb dat vermeld in mijn levensbeschrijving omdat het kunnen schrijven, zoals dat tegenwoordig verlangd wordt, bepaalde vermogens kapot maakt in de mens.

Zo paradoxaal is het nu eenmaal. Het is een waarheid. Er is niets aan te doen, het is een waarheid. En zo komt het dat juist hoog ontwikkelde individualiteiten uit het verleden wanneer ze reïncarneren eigenlijk alleen maar te herkennen zijn door iemand die let op kenmerken van de menselijke natuur die zich als gevolg van het tegenwoordige schoollopen meer achter dan ín de mens openbaren.”

Bron: Rudolf Steiner – GA 235 – Esoterische Betrachtungen karmischer Zusammenhänge – Erster Band – Dornach, 23 maart 1924 (bladzijde 203-204)

Vertaling overgenomen uit Tijdschrift De Brug – Trefwoord Ahriman – 24

Eerder geplaatst op 18 juli 2016  (6 reacties)

Andere krachten

Zoals de mens tegenwoordig is, heeft hij op het fysieke lichaam geheel geen invloed. Wat de mens lichamelijk is en doet, is van buitenaf door scheppende krachten gedaan. Hij kan de beweging van zijn hersenmoleculen niet zelf regelen; hij kan de bloedsomloop niet vanuit zichzelf beheersen. Dat wil zeggen dat het fysieke lichaam onafhankelijk van de mens tot stand gebracht is en ook voor hem in stand gehouden wordt door andere krachten. Het is als het ware alleen aan hem geleend. De mens is geïncarneerd in een fysiek lichaam dat voor hem is gemaakt door andere krachten. 

Bron: Rudolf Steiner – GA 93a – Grundelemente der Esoterik – Berlijn, 27 september 1905 (bladzijde 24)

Eerder geplaatst op 27 december 2016  (3 reacties)

Ontwikkeling ten goede

Iemand die met het juiste begrip spirituele waarheden opneemt, dat wil zeggen in concreto de lijnen volgt waarmee de begrippen geschetst worden om het inzicht in de geestelijke wereld te ontsluiten, die zal daardoor in zijn menselijkheid worden verhoogd, die ervaart dingen, die ten enenmale in deze tijd moeten worden geweten tot behoud en de verdere ontwikkeling van de mensheid. Wie de dingen op de juiste manier opneemt, die zal ook ervaren dat zijn instincten, zijn driften, veredeld, verfijnd worden, dat hij alleen al door het enkel maar aanhoren van geestelijke waarheden een ontwikkeling ten goede doormaakt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 177 – Die spirituellen Hintergründe der äußeren Welt – Dornach, 1 oktober 1917 (bladzijde 55)

Eerder geplaatst op 24 december 2016(5 reacties)