Veel e-mailvolgers zullen waarschijnlijk een mail hebben ontvangen met een bericht dat niet openen wil. Dit komt door een vergissing van mij. Ik had een citaat gepland op 3 oktober, maar per abuis ingevuld 3 september. Het bedoelde bericht komt dus op 3 oktober.
Maand: september 2020
Weten en Geloven
De ware ingewijde zal de wetenschappelijk onderzochte feiten nooit miskennen, maar welwillend de waarheden en de verdienste van de wetenschap erkennen. Echter moet hij het afwijzen om toe te geven dat de wetenschappelijke dogmatici de grenzen van de kennis vast zouden kunnen stellen. De wetenschapper is trots op het weten, in tegenstelling tot het geloven. Maar als er sprake is van geloven en niet geloven en de wetenschapper van mening is dat zijn onderzoeksresultaten vrij van geloven zijn, dan vergist hij zich. Het is eenvoudig onmogelijk om iets te onderzoeken en te leren zonder te geloven.
Neem bijvoorbeeld de theorie van cellen. We hebben in de boeken de mooie afbeeldingen van cellen, cellendeling, cellenleven enzovoort, helder en duidelijk, met alle details. Maar wie van ons heeft dat zo duidelijk zelf al gezien? We geloven allemaal dat het zo is. Zelfs de hoogleraren, die zulke dingen onderwijzen, hebben in de zeldzaamste gevallen dit alles zelf gezien , maar evengoed onderwijzen ze het. Ze hebben het niet zelf kunnen zien om de reden dat het zo moeilijk en zeldzaam te observeren is, dat maar weinigen er in slagen om het te zien, en het dan in werkelijkheid helemaal niet zo helder en duidelijk is, zoals het er op de afbeeldingen uitziet(1909!). […] Hoeveel van deze onderzoekers hebben nooit gezien wat ze onderwijzen. Tot de tijd dat hij het zelf voor het eerst zag, moest hij het geloven en anderen met hem. En toch eist hij van de geesteswetenschap dat men niet mag geloven, en dat niemand meer zal kunnen weten dan hij zelf.
Bron: Rudolf Steiner – GA 109 – Zur Einweihung des Zweiges Breslau – Breslau, 15 juni 1909 (bladzijde 278-279)
Eerder geplaatst op 1 november 2015 (1 reactie)
Men moet wat betreft het vegetarisme niet fanatiek zijn
Men moet wat betreft het vegetarisme niet fanatiek zijn. Er zijn mensen die helemaal niet bestaan kunnen, als ze geen vlees eten. Het moet daarom zorgvuldig uitgeprobeerd worden of ze werkelijk zonder vlees kunnen leven. Maar als iemand het kan stellen zonder vlees, dan voelt hij zich, als hij van vleesvoeding overgaat naar vegetarische voeding, sterker dan voorheen. Ziet u, dat is nu eenmaal de moeilijkheid: menigeen verdraagt het helemaal niet om te leven zonder vlees. Als hij het echter kan, dan voelt hij zich sterker, als hij vegetariër is geworden, omdat hij er niet meer op aangewezen is om dierlijk (Duits: Fremdes) vet in zich af te zetten (Duits: abzulagern), maar alleen zijn eigen vet krijgt; waarin hij zich dan sterk voelt.
En ik kan wel zeggen dat ik weet van mijzelf: de inspanningen die ik sinds lange tijd, de laatste 24 jaar, heb moeten doormaken, die had ik anders niet kunnen volhouden! Dan zou ik niet in staat zijn geweest om de hele nacht te reizen en de volgende dag een voordracht en zo meer te houden. Want, nietwaar, er wordt iemand afgenomen wat men zichzelf moet bereiden – als men vegetariër is – , als men deze arbeid eerst door het dier laat verrichten. Dat is het belangrijke punt. U moet echter niet denken dat ik op enigerlei wijze het vegetarisme wil propageren, omdat het echt altijd eerst moet worden geprobeerd, of de mens in kwestie wel vegetariër kan worden of niet; dat is een individuele aanleg.
Bron: Rudolf Steiner – GA 354 – Die Schöpfung der Welt und des Menschen – Dornach, 31 juli 1924 (bladzijde 109)
Zie ook: Het vegetarisme zou nooit zo algemeen aangeprezen moeten worden
Rudolf Steiner over vegetarisme
Eerder geplaatst op 18 oktober 2015 (4 reacties)
Diep bedroevend
Hoe diep bedroevend is het voor ons, als we zien hoe dat wat wij eigenlijk wilden tegenwoordig in de kranten staat. De artikelen en de clichés worden immers van de ene krant door anderen overgenomen, worden in alle talen vertaald, en in elke taal wordt nog een grote onzin, een buitensporige dwaasheid eraan toegevoegd. Natuurlijk niet om het onbegrijpelijk te vinden wat er gebeurt bij de botsing van onze ernstig en oprecht bedoelde spirituele wetenschap met wat in de buitenwereld begrepen kan worden, maar werkelijk om u te laten zien hoe we het met onze zaak zeer ernstig en waardig nemen moeten, hoezeer we ons bewust moeten worden, hoe diepgaand het begrip moet zijn voor de taak van de geesteswetenschap in de wereld.
Rudolf Steiner – GA 154 – Wie erwirbt man sich Verständnis für die geistige Welt? – Berlin, 12 mei 1914 (bladzijde 79-80)
Eerder geplaatst op 10 oktober 2015 (8 reacties)
Moraliteit/Schoonheid/Lelijkheid
Hier op aarde dragen we een lichaam gevormd van botten, spieren, bloedvaten enzovoort. Dan, na de dood, vormt zich een onstoffelijk lichaam, dat uit onze morele waarden gevormd is. Een goed mens krijgt een schoon stralend (Duits: schönleuchtenden) moreel lichaam, een slecht mens een lelijk uitziend (Duits: übelleuchtenden) moreel lichaam. Dit vormt zich terwijl we terugwaarts door ons voorbije leven gaan.
En dat is eigenlijk slechts een deel van wat nu – als ik het zo uitdrukken kan – ons geesteslichaam is, want een deel van wat we nu in de geestelijke wereld als een geesteslichaam krijgen, vormt zich uit onze morele waarden, een ander deel wordt voor ons eenvoudig uit de substanties van de geestelijke wereld, om zo te zeggen, geweven als een kledingstuk.
Bron: Rudolf Steiner – GA 226 – Menschenwesen Menschenschicksal und Welt-Entwickelung – Kristiana (Oslo), 17 mei 1923 (bladzijde 31)
Eerder geplaatst op 1 december 2017 (1 reactie)