U weet dat tussen het zevende en het 14e, 15e jaar, wanneer de geslachtsrijpheid aanbreekt, in het kind de kracht leeft die omschreven kan worden als de kracht om te handelen op gezag van autoriteit. Voor het kind bestaat er niets beters dan datgene wat het onderneemt te doen omdat door het kind vereerde mensen in zijn omgeving zeggen: dat is goed, dat moet gedaan worden. – Er is niets slechter voor het kind dan het te vroeg, vóór de geslachtsrijpheid, aan een zogenaamd eigen oordeel te laten wennen. In de toekomst zal tussen het zevende en 14e jaar het gevoel voor autoriteit veel intensiever ontwikkeld moeten worden dan in het verleden het geval was.
De opvoeding zal in deze jaren steeds bewuster moeten worden gericht op het doen ontwaken van een zuiver autoriteitsgevoel in het kind; want wat het kind zich in deze jaren eigen moet maken, zal de basis vormen voor wat volwassenen in het sociale organisme zullen ervaren als de rechtsgelijkheid die ieder mens toekomt. Gelijke rechten zullen er alleen langs deze weg kunnen komen, want de mensen zullen als volwassenen nooit rijp worden voor het gelijke recht van de mensen wanneer in hun kinderjaren niet het gevoel voor autoriteit is aangelegd. In het verleden moge een veel geringere graad van autoriteitsgevoel volstaan hebben; in de toekomst zal dat niet voldoende zijn.
Bron: Rudolf Steiner – GA 296 – Die Erziehungsfrage als soziale Frage – Dornach, 9 augustus 1919 (bladzijde 19)
Ook te vinden in het boek Opvoeden en onderwijzen als sociale opgave. Vertaling John Hogervorst en Hanneke Nelemans. Met dank aan Pieter Witvliet, die het boek scande en mij per e-mail stuurde.
Eerder geplaatst op 14 oktober 2016 (2 reacties)
In ga 130 (30 jan 1910 )vertelt Steiner ook dat door het aanvaarden van autoriteit tussen 7 en 14 de levensjaar dit er juist voor zorgt dat de astrale organen dan op het 14de jaar op de juiste manier ontwilkkeld worden .Stel dat het een persoon betreft die hoge idealen en vermogens/talenten zou medebrengen uit een vorige incarnatie dan is het zeker nodig dat het ik , die deze talenten dient te verwerkelijken over een gedegen en geen misvormd ontwikkeld astrale lichaam en moet beschikken .
Er zouden dan op het moment dat de niet ontwikkelde organen gebruikt hadden moeten worden , specifieke kenmerken aan het licht die men destijds benoemde als jeugd-zwakzinnigheid of ,dementia-praecox, dit is verwant aan wat in onze tijd schizofrenie genoemd wordt .
Noot: Voordr van 30 jan 1910 staat in Ga 118 ( Het esoterische Christendom , ga 118 en ga 130 ) .