Een reuzenstap voorwaarts

Met ons gevoels- en wilsleven zijn we geheel niet gescheiden van de doden. Hetgeen wat zich aan onze blik onttrekt, dat is alleen uit onze voorstelling en uit onze zintuiglijke waarnemingen verdwenen.

Het zal een reusachtige stap voorwaarts in de ontwikkeling van het mensengeslacht op aarde betekenen, voor het deel van de levensloop op aarde dat dit mensengeslacht nog te doorleven heeft, als de mensen het bewustzijn hier in zich zullen opnemen: In hun gevoelsimpulsen, in hun wilsimpulsen zijn ze één met de doden!

De dood kan ons uiteindelijk alleen van de fysieke waarneming van de doden beroven. Maar we kunnen niets voelen, zonder dat in de sfeer waarin we voelen, de doden aanwezig zijn, niets willen, zonder dat in de sfeer waarin we willen, de doden eveneens aanwezig zijn.

Bron: Rudolf Steiner – GA 182 – Der Tod als Lebenswandlung – Bern, 29 november 1917 (bladzijde 20)

Eerder geplaatst op 21 september 2016 (3 reacties)